Lithiumbatterijen zijn compacte, lichtgewicht batterijen die aanzienlijk opgeladen zijn en het goed doen onder constante ontlading-oplaadomstandigheden. De batterijen zijn overal te vinden - in laptops, camera's, mobiele telefoons en elektrische auto's. Hoewel ongevallen zeldzaam zijn, kunnen die die zich voordoen spectaculair zijn, wat kan leiden tot een explosie of brand. Om te begrijpen waarom deze batterijen vlam vatten en hoe u het risico op een ongeval kunt minimaliseren, helpt het om te begrijpen hoe de batterijen werken.
Een lithiumbatterij bestaat uit twee elektroden gescheiden door een elektrolyt. Gewoonlijk dragen de batterijen elektrische lading over van een lithiummetaalkathode via een elektrolyt bestaande uit een organisch oplosmiddel dat lithiumzouten bevat naar een koolstofanode. De specificaties zijn afhankelijk van de batterij, maar lithium-ionbatterijen bevatten meestal een metalen spoel en een ontvlambare lithium-ionvloeistof. Kleine metalen fragmenten zweven in de vloeistof. De inhoud van de batterij staat onder druk, dus als een metaalfragment een partitie doorboort die de componenten gescheiden houdt of de batterij lek is, reageert het lithium krachtig met water in de lucht, genereert het hoge hitte en produceert het soms brand.
Lithiumbatterijen zijn gemaakt om een hoge output te leveren met een minimaal gewicht. Batterijcomponenten zijn ontworpen om licht van gewicht te zijn, wat zich vertaalt in dunne partities tussen cellen en een dunne buitenlaag. De scheidingswanden of coating zijn redelijk fragiel, zodat ze kunnen worden doorboord. Als de batterij beschadigd is, treedt er een kortsluiting op. Deze vonk kan het zeer reactieve lithium doen ontbranden.
Een andere mogelijkheid is dat de batterij kan opwarmen tot het punt van thermische vluchteling. Hier oefent de hitte van de inhoud druk uit op de batterij, wat mogelijk een explosie veroorzaakt.
Het risico op brand of explosie neemt toe als de batterij wordt blootgesteld aan hete omstandigheden of als de batterij of de interne component in gevaar komt. U kunt het risico op een ongeval op verschillende manieren verminderen: