De James-Lange-theorie suggereert dat emoties het gevolg zijn van fysieke veranderingen in het lichaam. Volgens James en Lange vormen de reacties van ons lichaam op een emotionele gebeurtenis - zoals een hartslag in de race of zweten - onze emotionele ervaring.
De James-Lange-theorie werd ontwikkeld in de late jaren 1800 door William James en Carl Lange, die elk afzonderlijk vergelijkbare geschriften over de aard van emotie publiceerden. Volgens James en Lange bestaan emoties uit de fysieke reacties van het lichaam op iets in de omgeving. Wanneer je getuige bent van iets emotioneels, leidt dit tot veranderingen in het lichaam. Uw hartslag of bloeddruk kan bijvoorbeeld stijgen, u kunt gaan zweten of u kunt sneller gaan ademen.
James legde de theorie in zijn boek beroemd uit De principes van psychologie: hij schrijft dat "we medelijden hebben omdat we huilen, boos zijn omdat we toeslaan, bang zijn omdat we trillen, en niet dat we huilen, toeslaan of beven, omdat we spijtig, boos of angstig zijn, naargelang het geval." Met andere woorden, onze emotionele reacties bestaan uit onze fysieke reacties op mogelijk emotionele gebeurtenissen in de omgeving. James suggereert dat deze fysieke reacties cruciaal zijn voor onze emoties en dat onze ervaringen zonder hen "bleek, kleurloos en [zonder] emotionele warmte zouden zijn."
Overweeg het volgende voorbeeld om de James-Lange-theorie te begrijpen. Stel je voor dat je op een donkere weg loopt en je hoort een geritsel in de nabijgelegen struiken. Je hart begint te racen en je voelt je klaar om te rennen als dat nodig is. Volgens James zouden deze lichamelijke gewaarwordingen een emotie vormen - in dit geval het gevoel van angst. Belangrijk is dat ons hart niet sneller gaat kloppen omdat we voelen ons bang; in plaats daarvan omvatten deze veranderingen in ons lichaam de emotie van angst.
De theorie wil niet alleen negatieve toestanden zoals angst en woede verklaren, maar ook positieve. De emotie van amusement gaat bijvoorbeeld meestal gepaard met gelach.
De James-Lange-theorie is enigszins controversieel geweest - toen James over zijn theorie schreef, erkende hij dat veel andere onderzoekers problemen hadden met aspecten van zijn ideeën. Een van de meest bekende kritieken op de James-Lange-theorie is de Cannon-Bard-theorie, die Walter Cannon en Philip Bard in de jaren 1920 naar voren hebben gebracht. Volgens deze theorie produceren veel emoties vergelijkbare fysiologische reacties: denk bijvoorbeeld aan hoe zowel angst als opwinding leiden tot een snellere hartslag. Daarom suggereerden Cannon en Bard dat emoties niet alleen kunnen bestaan uit onze fysiologische reactie op iets in de omgeving. In plaats daarvan suggereren Cannon en Bard beide emotionele en fysiologische reacties, maar dit zijn twee afzonderlijke processen.
Een latere theorie, de Schachter-Singer-emotietheorie (ook wel de tweefactortheorie genoemd), suggereert dat emotie hieruit voortvloeit beide fysiologische en cognitieve processen. In wezen zal iets emotioneel veranderingen in het lichaam teweegbrengen en onze hersenen proberen dan te interpreteren wat deze veranderingen betekenen. Als je bijvoorbeeld 's nachts alleen loopt en een hard geluid hoort, zul je schrikken - en je hersenen zullen dit als angst interpreteren. Als je echter je huis binnenloopt en plotseling wordt gestart door je vrienden die naar buiten springen om je te begroeten op je verjaardag, zullen je hersenen herkennen dat je op een verrassingsfeest bent en zul je je eerder opgewonden voelen. Net als de James-Lange-theorie, erkent de Schachter-Singer-theorie de rol van fysiologische veranderingen in onze emoties - maar het suggereert dat cognitieve factoren ook een rol spelen in de emoties die we ervaren.
Hoewel nieuwere emotietheorieën zijn ontwikkeld sinds de James-Lange-theorie voor het eerst werd voorgesteld, is het nog steeds een invloedrijke theorie op het gebied van psychologie. Sinds de theorie is ontwikkeld, hebben veel onderzoekers geprobeerd te begrijpen hoe verschillende soorten lichamelijke reacties verband houden met emoties. Onderzoek heeft bijvoorbeeld gekeken of verschillende emoties worden geassocieerd met verschillende soorten reacties door het autonome zenuwstelsel van het lichaam. Met andere woorden, de James-Lange-theorie heeft een aanzienlijke hoeveelheid onderzoek geïnspireerd naar de verbindingen tussen ons lichaam en onze emoties, een onderwerp dat vandaag de dag nog steeds een actief onderzoeksgebied is.