De Science Council geeft deze definitie van wetenschap:
"Wetenschap is het nastreven en toepassen van kennis en begrip van de natuurlijke en sociale wereld volgens een systematische methodologie op basis van bewijs."
De raad beschrijft verder de wetenschappelijke methode die bestaat uit de volgende componenten:
In sommige gevallen is systematische observatie met behulp van de wetenschappelijke methode een relatief eenvoudig proces dat gemakkelijk door anderen kan worden gerepliceerd. In andere gevallen kan objectieve observatie en replicatie moeilijk, zo niet onmogelijk zijn. In het algemeen worden die wetenschappen die gemakkelijk gebruik kunnen maken van de wetenschappelijke methode zoals hierboven beschreven "harde wetenschappen" genoemd, terwijl die waarvoor dergelijke observaties moeilijk zijn "zachte wetenschappen" worden genoemd.
Wetenschappen die de werking van de natuurlijke wereld verkennen, worden meestal harde wetenschappen of natuurlijke wetenschappen genoemd. Ze bevatten:
Studies in deze harde wetenschappen omvatten experimenten die relatief eenvoudig kunnen worden opgezet met gecontroleerde variabelen en waarin het gemakkelijker is om objectieve metingen te verrichten. Resultaten van harde wetenschapsexperimenten kunnen wiskundig worden weergegeven en dezelfde wiskundige hulpmiddelen kunnen consistent worden gebruikt om resultaten te meten en te berekenen.
X-hoeveelheid Y-mineraal kan bijvoorbeeld worden getest met Z-chemisch product, met een wiskundig te beschrijven uitkomst. Dezelfde hoeveelheid mineraal kan steeds opnieuw worden getest met dezelfde chemische stof met precies dezelfde resultaten. Er mag geen variatie in de uitkomst zijn, tenzij de materialen die zijn gebruikt om te experimenteren zijn veranderd (het mineraalmonster of de chemische stof is bijvoorbeeld onzuiver).
Over het algemeen hebben de zachte wetenschappen betrekking op immateriële zaken en hebben ze betrekking op de studie van menselijk en dierlijk gedrag, interacties, gedachten en gevoelens. Soft sciences past de wetenschappelijke methode toe op dergelijke immateriële zaken, maar vanwege de aard van levende wezens is het bijna onmogelijk om een soft science-experiment met nauwkeurigheid opnieuw te maken. Enkele voorbeelden van de zachte wetenschappen, ook wel de sociale wetenschappen genoemd, zijn:
Met name in wetenschappen die met mensen omgaan, kan het moeilijk zijn om alle variabelen te isoleren die een uitkomst kunnen beïnvloeden. In sommige gevallen kan het regelen van de variabele zelfs de resultaten wijzigen!
Simpel gezegd, in de zachte wetenschap is het moeilijker om een experiment te bedenken.
Laten we bijvoorbeeld zeggen dat een onderzoeker veronderstelt dat meisjes vaker dan jongens pesten ervaren. Het onderzoeksteam selecteert een cohort van meisjes en jongens in een bepaalde klas in een bepaalde school en volgt hun ervaring. Ze vinden dat de jongens meer gepest worden. Vervolgens wordt hetzelfde experiment herhaald met hetzelfde aantal kinderen en dezelfde methoden in een andere school, en ze vinden het tegenovergestelde resultaat. De redenen voor de verschillen zijn moeilijk te bepalen: ze kunnen betrekking hebben op de leraar, de individuele studenten, de sociaaleconomie van de school en de omliggende gemeenschap, enzovoort..
De termen hard science en soft science worden minder vaak gebruikt dan vroeger, deels omdat de terminologie verkeerd wordt begrepen en misleidend is. Mensen ervaren "moeilijk" als moeilijker, terwijl het in werkelijkheid veel moeilijker kan zijn om een experiment in een zogenaamde zachte wetenschap te bedenken en te interpreteren dan in een harde wetenschap.