Social learning theory is een theorie die probeert socialisatie en het effect ervan op de ontwikkeling van het zelf te verklaren. Er zijn veel verschillende theorieën die verklaren hoe mensen gesocialiseerd worden, waaronder psychoanalytische theorie, functionalisme, conflicttheorie en symbolische interactietheorie. Sociale leertheorie, zoals deze anderen, kijkt naar het individuele leerproces, de vorming van het zelf en de invloed van de maatschappij op het socialiseren van individuen.
De sociale leertheorie beschouwt de vorming van iemands identiteit als een geleerd antwoord op sociale stimuli. Het benadrukt de maatschappelijke context van socialisatie in plaats van de individuele geest. Deze theorie postuleert dat de identiteit van een individu niet het product is van het onbewuste (zoals het geloof van psychoanalytische theoretici), maar in plaats daarvan het resultaat is van het modelleren van zichzelf in antwoord op de verwachtingen van anderen. Gedrag en attitudes ontwikkelen zich als reactie op versterking en aanmoediging van de mensen om ons heen. Hoewel theoretici voor sociaal leren erkennen dat jeugdervaring belangrijk is, geloven ze ook dat de identiteit die mensen verwerven meer wordt gevormd door het gedrag en de houding van anderen.
De sociale leertheorie heeft zijn wortels in de psychologie en werd sterk gevormd door psycholoog Albert Bandura. Sociologen gebruiken meestal sociale leertheorie om misdaad en afwijking te begrijpen.
Volgens de sociale leertheorie plegen mensen criminaliteit vanwege hun associatie met anderen die zich bezighouden met criminaliteit. Hun crimineel gedrag wordt versterkt en ze leren overtuigingen die gunstig zijn voor criminaliteit. Ze hebben in wezen criminele modellen waarmee ze omgaan. Als gevolg hiervan beschouwen deze personen misdaad als iets dat wenselijk is, of op zijn minst te rechtvaardigen in bepaalde situaties. Het leren van crimineel of afwijkend gedrag is hetzelfde als het leren omgaan met conform gedrag: het gebeurt door associatie met of blootstelling aan anderen. In feite is associatie met delinquente vrienden de beste voorspeller van delinquent gedrag anders dan eerdere delinquentie.
De sociale leertheorie veronderstelt dat er drie mechanismen zijn waarmee individuen criminaliteit leren gebruiken: differentiële versterking, overtuigingen en modellering.
Differentiële versterking van criminaliteit betekent dat individuen anderen kunnen leren criminaliteit aan te gaan door bepaald gedrag te versterken en te bestraffen. Misdaad komt vaker voor wanneer deze 1. Vaak wordt versterkt en zelden wordt bestraft; 2. resulteert in grote hoeveelheden versterking (zoals geld, sociale goedkeuring of plezier) en weinig straf; en 3. Is waarschijnlijker versterkt dan alternatief gedrag. Studies tonen aan dat personen die voor hun misdrijf worden versterkt, meer kans hebben op vervolgcriminaliteit, vooral in situaties die vergelijkbaar zijn met situaties die eerder werden versterkt.
Naast het versterken van crimineel gedrag, kunnen andere personen een persoon ook overtuigingen aanleren die gunstig zijn voor criminaliteit. Onderzoeken en interviews met criminelen suggereren dat overtuigingen die criminaliteit bevorderen in drie categorieën kunnen worden onderverdeeld. Ten eerste is de goedkeuring van bepaalde kleine vormen van criminaliteit, zoals gokken, "soft" drugsgebruik, en voor adolescenten, alcoholgebruik en avondklokovertreding. Ten tweede is de goedkeuring of rechtvaardiging van bepaalde vormen van criminaliteit, waaronder enkele ernstige misdrijven. Deze mensen geloven dat criminaliteit over het algemeen verkeerd is, maar dat sommige criminele handelingen in bepaalde situaties gerechtvaardigd of zelfs wenselijk zijn. Veel mensen zullen bijvoorbeeld zeggen dat vechten verkeerd is, maar dat het gerechtvaardigd is als het individu is beledigd of uitgelokt. Ten derde hebben sommige mensen bepaalde algemene waarden die meer bevorderlijk zijn voor criminaliteit en waardoor criminaliteit een aantrekkelijker alternatief voor ander gedrag lijkt. Mensen met een groot verlangen naar opwinding of sensatie, mensen met een minachting voor hard werken en een verlangen naar snel en gemakkelijk succes, of degenen die willen worden gezien als "stoer" of "macho" kunnen misdaad in een gunstiger licht dan anderen.
Gedrag is niet alleen een product van overtuigingen en versterkingen of straffen die individuen ontvangen. Het is ook een product van het gedrag van de mensen om ons heen. Individuen modelleren of imiteren vaak het gedrag van anderen, vooral als het iemand is naar wie iemand opkijkt of bewondert. Een persoon die bijvoorbeeld getuige is van iemand die hij respecteert en een misdrijf begaat, die dan wordt versterkt voor dat misdrijf, is dan waarschijnlijker.