Surfactant is het woord dat de termen "oppervlakteactief middel" combineert. Oppervlakteactieve stoffen of tensiden zijn chemische soorten die werken als bevochtigingsmiddelen om de oppervlaktespanning van een vloeistof te verlagen en een verhoogde smeerbaarheid mogelijk te maken. Dit kan op een vloeistof-vloeistofinterface of een vloeistof-gasinterface zijn.
Oppervlakte-actieve moleculen zijn gewoonlijk organische verbindingen die hydrofobe groepen of "staarten" en hydrofiele groepen of "koppen" bevatten. Hierdoor kan het molecuul interactie aangaan met zowel water (een polair molecuul) als oliën (die niet-polair zijn). Een groep oppervlakte-actieve moleculen vormt een micel. Een micel is een sferische structuur. In een micel zijn de hydrofobe of lipofiele staarten naar binnen gericht, terwijl de hydrofiele koppen naar buiten zijn gericht. Oliën en vetten kunnen zich in de micelbol bevinden.
Natriumstearaat is een goed voorbeeld van een oppervlakteactieve stof. Het is de meest voorkomende oppervlakteactieve stof in zeep. Een andere veel voorkomende oppervlakteactieve stof is 4- (5-dodecyl) benzeensulfonaat. Andere voorbeelden omvatten docusaat (dioctylnatriumsulfosuccinaat), alkyletherfosfaten, benzalkaoniumchloride (BAC) en perfluoroctaansulfonaat (PFOS).
Long oppervlakteactieve stof zorgt voor een coating op het oppervlak van de longblaasjes in de longen. Het dient om vochtophoping te voorkomen, de luchtwegen droog te houden en oppervlaktespanning in de longen te handhaven om instorting te voorkomen.