In computerprogrammering is null zowel een waarde als een aanwijzer. Null is een ingebouwde constante met een waarde van nul. Het is hetzelfde als het teken 0 dat wordt gebruikt om tekenreeksen in C te beëindigen. Null kan ook de waarde van een pointer zijn, die hetzelfde is als nul, tenzij de CPU een speciaal bitpatroon voor een null-pointer ondersteunt.
In een database is nul een waarde. De waarde null betekent dat er geen waarde bestaat. Bij gebruik als waarde is null geen geheugenlocatie. Alleen aanwijzers bevatten geheugenlocaties. Zonder een nul-teken zou een string niet correct eindigen, wat problemen zou veroorzaken.
De C- en C ++ -programmering, een pointer is een variabele die een geheugenlocatie bevat. De nulwijzer is een wijzer die opzettelijk op niets wijst. Als u geen adres hebt om aan een pointer toe te wijzen, kunt u null gebruiken. De nulwaarde voorkomt geheugenlekken en crashes in toepassingen die pointers bevatten. Een voorbeeld van een nulwijzer in C is:
#include
int main ()
int * ptr = NULL;
printf ("De waarde van ptr is% u", ptr);
terugkeer 0;
Opmerking: In C kan de nulmacro het type void * hebben, maar dit is niet toegestaan in C++.
In C # betekent null "geen object". Informatie over null en het gebruik ervan in C # zijn onder meer: