Resocialisatie is een proces waarin een persoon nieuwe normen, waarden en praktijken wordt geleerd die zijn overgang van de ene sociale rol naar de andere bevorderen. Resocialisatie kan zowel kleine als grote vormen van verandering inhouden en kan zowel vrijwillig als onvrijwillig zijn. Het proces varieert van eenvoudig aanpassen aan een nieuwe baan of werkomgeving, naar verhuizen naar een ander land waar je nieuwe gewoonten, kleding, taal en eetgewoonten moet leren, tot zelfs nog belangrijkere vormen van verandering zoals ouder worden. Voorbeelden van onvrijwillige resocialisatie zijn onder meer gevangene of weduwe worden.
Resocialisatie verschilt van het vormende, levenslange proces van socialisatie in die zin dat de laatste de ontwikkeling van een persoon aanstuurt, terwijl de eerste opnieuwstuurt hun ontwikkeling aan.
Socioloog Erving Goffman definieerde resocialisatie als een proces om de rol van een individu en het sociaal geconstrueerde zelfgevoel neer te halen en opnieuw op te bouwen. Het is vaak een opzettelijk en intens sociaal proces en het draait om het idee dat als iets kan worden geleerd, het kan worden afgeleerd.
Resocialisatie kan ook worden gedefinieerd als een proces dat een individu onderwerpt aan nieuwe waarden, attitudes en vaardigheden die worden gedefinieerd als adequaat volgens de normen van een bepaalde instelling, en de persoon moet veranderen om adequaat te functioneren volgens die normen. Een gevangenisstraf is een goed voorbeeld. Het individu moet niet alleen zijn of haar gedrag veranderen en rehabiliteren om terug te keren naar de samenleving, maar moet ook voldoen aan de nieuwe normen die vereist zijn om in een gevangenis te leven.
Resocialisatie is ook nodig bij mensen die nooit vanaf het begin zijn gesocialiseerd, zoals wilde of ernstig mishandelde kinderen. Het is ook relevant voor mensen die zich niet langdurig sociaal hebben moeten gedragen, zoals gevangenen die in eenzame opsluiting zijn geweest.
Maar het kan ook een subtiel proces zijn dat niet door een bepaalde instelling wordt geleid, zoals wanneer iemand ouder wordt of een andere belangrijke levensovergang doormaakt, zoals een huwelijk, scheiding of de dood van een echtgenoot. Na dergelijke omstandigheden moet men erachter komen wat hun nieuwe sociale rol is en hoe zij zich verhouden tot anderen in die rol.
Een totale instelling is er een waarin een persoon volledig is ondergedompeld in een omgeving die elk aspect van het dagelijkse leven onder een enkel gezag beheerst. Het doel van een totale instelling is resocialisatie om de manier van leven en zijn van een individu en / of een groep mensen volledig te veranderen. Gevangenissen, het leger en broederschap huizen zijn voorbeelden van totale instellingen.
Binnen een totale instelling bestaat resocialisatie uit twee delen. Ten eerste probeert het institutionele personeel de identiteit en onafhankelijkheid van de bewoners te doorbreken. Dit kan worden bereikt door individuen hun bezittingen op te geven, identieke kapsels te laten krijgen en standaardkleding of uniformen te dragen. Het kan verder worden bereikt door personen te onderwerpen aan vernederende en vernederende processen zoals vingerafdrukken, stripzoekopdrachten en mensen serienummers ter identificatie te geven in plaats van hun namen te gebruiken.
De tweede fase van resocialisatie probeert een nieuwe persoonlijkheid of zelfgevoel op te bouwen, wat meestal wordt bereikt met een systeem van beloning en straf. Het doel is conformiteit, die ontstaat wanneer mensen hun gedrag veranderen om tegemoet te komen aan de verwachtingen van een gezagsdrager of die van de grotere groep. Conformiteit kan worden vastgesteld door middel van beloningen, zoals individuen toegang geven tot een televisie, boek of telefoon.
Bijgewerkt door Nicki Lisa Cole, Ph.D.