Sterke basen zijn basen die volledig in water dissociëren in het kation en OH- (hydroxide-ion). De hydroxiden van de Groep I (alkalimetalen) en Groep II (aardalkalimetalen) worden gewoonlijk als sterke basen beschouwd. Dit zijn klassieke Arrhenius-bases. Hier is een lijst met de meest voorkomende sterke bases.
* Deze basen dissociëren volledig in oplossingen van 0,01 M of minder. De andere basen maken oplossingen van 1,0 M en zijn 100% gedissocieerd bij die concentratie. Er zijn andere sterke bases dan die opgesomd, maar ze worden niet vaak aangetroffen.
De sterke basen zijn uitstekende protonacceptoren (waterstofionen) en elektronendonoren. De sterke basen kunnen zwakke zuren deprotoneren. Waterige oplossingen met sterke basen zijn glad en zeepachtig. Het is echter nooit een goed idee om een oplossing aan te raken om deze te testen, omdat deze basen de neiging hebben bijtend te zijn. Geconcentreerde oplossingen kunnen chemische brandwonden veroorzaken.
Naast de sterke Arrhenius-bases zijn er ook superbases. Superbasen zijn Lewis-basen die groep 1-zouten van carbanions zijn, zoals hydriden en amiden. Lewis-basen zijn meestal zelfs sterker dan de sterke Arrhenius-basen omdat hun geconjugeerde zuren zo zwak zijn. Terwijl Arrhenius-basen worden gebruikt als waterige oplossingen, deprotoneren deprotonaat water en reageren daarmee volledig. In water blijft niets van het oorspronkelijke anion van een superbase in oplossing. De superbasen worden meestal gebruikt in de organische chemie als reagentia.
Voorbeelden van de superbases zijn: