De groep rogvinvissen (klasse Actinopterygii) omvat meer dan 20.000 vissoorten met 'stralen' of stekels in hun vinnen. Dit scheidt ze van de lobbenvin (klasse Sarcopterygii, bijv. De longvis en coelacanth), die vlezige vinnen hebben. Rogvinnen vormen ongeveer de helft van alle bekende gewervelde soorten.
Deze groep vissen is zeer divers, dus soorten komen in een grote verscheidenheid aan vormen, maten en kleuren. De roggenvinnen bevatten enkele van de meest bekende vissen, waaronder tonijn, kabeljauw, lionfish en zelfs zeepaardjes.
Vissen met roggen hebben een breed scala aan voedingsstrategieën. Een interessante techniek is die van de zeeduivel, die hun prooi naar hen toe lokt met behulp van een beweegbare (soms lichtgevende) wervelkolom die zich boven de ogen van de vis bevindt. Sommige vissen, zoals de blauwvintonijn, zijn uitstekende roofdieren en vangen snel hun prooi terwijl ze door het water zwemmen.
Vissen met roggen leven in een breed scala aan habitats, waaronder de diepe zee, tropische riffen, poolgebieden, meren, rivieren, vijvers en woestijnbronnen.
Vissen met roggen kunnen eieren leggen of jong leven, afhankelijk van de soort. Afrikaanse cichliden houden hun eieren in feite en beschermen de jongen in hun mond. Sommigen, zoals zeepaardjes, hebben uitgebreide hofrituelen.
Vissen met roggen worden al lang gezocht voor menselijke consumptie, waarbij sommige soorten als overbevist worden beschouwd. Naast de commerciële visserij worden veel soorten recreatief gevist. Ze worden ook gebruikt in aquaria. Bedreigingen voor vissen met roggen zijn overexploitatie, vernietiging van habitats en vervuiling.