Energie wordt gedefinieerd als het vermogen om werk te doen. Energie komt in verschillende vormen. Hier zijn 10 veel voorkomende soorten energie en voorbeelden hiervan.
Mechanische energie is energie die het gevolg is van beweging of de locatie van een object. Mechanische energie is de som van kinetische energie en potentiële energie.
Voorbeelden: Een object met mechanische energie heeft zowel kinetische als potentiële energie, hoewel de energie van een van de vormen gelijk kan zijn aan nul. Een rijdende auto heeft kinetische energie. Als u de auto een berg oprijdt, heeft deze kinetische en potentiële energie. Een boek op een tafel heeft potentiële energie.
Thermische energie of warmte-energie reflecteert het temperatuurverschil tussen twee systemen.
Voorbeeld: Een kop warme koffie heeft thermische energie. Je genereert warmte en hebt thermische energie ten opzichte van je omgeving.
Kernenergie is energie die het gevolg is van veranderingen in de atoomkernen of van nucleaire reacties.
Voorbeeld: Nucleaire splijting, kernfusie en nucleair verval zijn voorbeelden van kernenergie. Een atoomontploffing of kracht van een kerncentrale zijn specifieke voorbeelden van dit soort energie.
Chemische energie is het gevolg van chemische reacties tussen atomen of moleculen. Er zijn verschillende soorten chemische energie, zoals elektrochemische energie en chemiluminescentie.
Voorbeeld: Een goed voorbeeld van chemische energie is een elektrochemische cel of batterij.
Elektromagnetische energie (of stralingsenergie) is energie van licht of elektromagnetische golven.
Voorbeeld: Elke vorm van licht heeft elektromagnetische energie, inclusief delen van het spectrum die we niet kunnen zien. Radio, gammastralen, röntgenstralen, magnetrons en ultraviolet licht zijn enkele voorbeelden van elektromagnetische energie.
Sonische energie is de energie van geluidsgolven. Geluidsgolven reizen door de lucht of een ander medium.
Voorbeeld: Een sonische knal, een nummer dat op een stereo wordt gespeeld, je stem.
Energie geassocieerd met zwaartekracht omvat de aantrekkingskracht tussen twee objecten op basis van hun massa. Het kan dienen als basis voor mechanische energie, zoals de potentiële energie van een object dat op een plank wordt geplaatst of de kinetische energie van de maan in een baan om de aarde.
Voorbeeld: Zwaartekrachtenergie houdt de atmosfeer op de aarde.
Kinetische energie is de energie van beweging van een lichaam. Het varieert van 0 tot een positieve waarde.
Voorbeeld: Een voorbeeld is een kind dat op een schommel slingert. Het maakt niet uit of de schommel vooruit of achteruit gaat, de waarde van de kinetische energie is nooit negatief.
Potentiële energie is de energie van de positie van een object.
Voorbeeld: Wanneer een kind dat op een schommel slingert de top van de boog bereikt, heeft ze maximale potentiële energie. Wanneer ze zich het dichtst bij de grond bevindt, is haar potentiële energie minimaal (0). Een ander voorbeeld is een bal in de lucht gooien. Op het hoogste punt is de potentiële energie het grootst. Terwijl de bal omhoog of omlaag gaat, heeft deze een combinatie van potentiële en kinetische energie.
Ionisatie-energie is de vorm van energie die elektronen bindt aan de kern van zijn atoom, ion of molecuul.
Voorbeeld: De eerste ionisatie-energie van een atoom is de energie die nodig is om één elektron volledig te verwijderen. De tweede ionisatie-energie is energie om een tweede elektron te verwijderen en is groter dan die nodig is om het eerste elektron te verwijderen.