Deze celanatomiebeoordeling is ontworpen om uw kennis van eukaryotische celanatomie te testen. Cellen zijn de basiseenheid van het leven. Er zijn twee primaire soorten cellen: prokaryotische en eukaryotische cellen. Prokaryotische cellen hebben geen echte kern, terwijl eukaryotische cellen een kern hebben die is ingesloten in een membraan. Bacteriën en archeologen zijn voorbeelden van prokaryotische cellen. Plantencellen en dierlijke cellen zijn eukaryotische cellen.
Er zijn enkele verschillen in de soorten celorganellen die kunnen worden gevonden in planten- en dierencellen. Plantencellen bevatten bijvoorbeeld celwanden en plastiden, terwijl cellen van dieren dat niet doen.
Alle cellen zien er niet hetzelfde uit. Ze komen in verschillende vormen en maten en zijn goed geschikt voor de rollen die ze vervullen voor het goed functioneren van een organisme. Zenuwcellen zijn bijvoorbeeld langwerpig en dun, met uitsteeksels die zich uitstrekken vanaf het cellichaam. Hun unieke vorm helpt neuronen met elkaar communiceren. Andere lichaamscellen, zoals rode bloedcellen, hebben een schijfvorm. Dit helpt hen om in kleine bloedvaten te passen om zuurstof naar cellen te transporteren. Vetcellen zijn rond van vorm en worden vergroot bij het opslaan van vet. Ze krimpen als het opgeslagen vet wordt gebruikt voor energie.