Het mengen van een zuur met een base is een veel voorkomende chemische reactie. Hier is een blik op wat er gebeurt en de producten die het resultaat zijn van het mengsel.
Ten eerste helpt het om te begrijpen wat zuren en basen zijn. Zuren zijn chemicaliën met een pH lager dan 7 die een proton of H kunnen doneren+ ion in een reactie. Basen hebben een pH hoger dan 7 en kunnen een proton accepteren of een OH produceren- ion in een reactie. Als je gelijke hoeveelheden van een sterk zuur en een sterke base mengt, neutraliseren de twee chemicaliën elkaar in wezen en produceren ze een zout en water. Het mengen van gelijke hoeveelheden van een sterk zuur met een sterke base produceert ook een neutrale pH (pH = 7) oplossing. Dit wordt een neutralisatiereactie genoemd en ziet er zo uit:
HA + BOH → BA + H2O + warmte
Een voorbeeld hiervan is de reactie tussen het sterke zuur HCl (zoutzuur) met de sterke base NaOH (natriumhydroxide):
HCl + NaOH → NaCl + H2O + warmte
Het geproduceerde zout is tafelzout of natriumchloride. Als je nu meer zuur dan base in deze reactie had, zou niet al het zuur reageren, dus het resultaat zou zout, water en overgebleven zuur zijn, dus de oplossing zou nog steeds zuur zijn (pH 7).
Een soortgelijk resultaat doet zich voor wanneer een of beide reactanten 'zwak' zijn. Een zwak zuur of zwakke base breekt niet volledig af (dissocieert) in water, dus er kunnen overblijvende reactanten zijn aan het einde van de reactie, die de pH beïnvloeden. Ook wordt mogelijk geen water gevormd omdat de meeste zwakke basen geen hydroxiden zijn (geen OH- beschikbaar om water te vormen).
Soms worden gassen geproduceerd. Als u bijvoorbeeld zuiveringszout (een zwakke base) met azijn (een zwak zuur) mengt, krijg je koolstofdioxide. Andere gassen zijn ontvlambaar, afhankelijk van de reactanten, en soms zijn deze gassen ontvlambaar, dus wees voorzichtig bij het mengen van zuren en basen, vooral als hun identiteit onbekend is.
Sommige zouten blijven als ionen in oplossing. In water ziet de reactie tussen zoutzuur en natriumhydroxide er bijvoorbeeld echt uit als een bos ionen in waterige oplossing:
H+(aq) + Cl-(aq) + Na+(aq) + OH-(aq) → Na+(aq) + Cl-(aq) + H2O
Andere zouten zijn niet oplosbaar in water, dus vormen ze een vast neerslagmiddel. In beide gevallen is het gemakkelijk om te zien dat het zuur en de base geneutraliseerd waren.
Test je begrip met een quiz over zuren en basen.