Digraphs zijn twee letters die een derde letter laten klinken, in combinatie, zoals ch of sh. Veel woordenschatwoorden uit het zicht gebruiken digraphs, wat een springplank kan zijn om deze letterparen te verkennen wanneer ze studenten helpen nieuwe en onbekende woordenschat te leren lezen.
Wanneer u een spellingsprogramma overweegt en hoe u kinderen het beste kunt helpen de geluiden van de Engelse taal te leren, moet u woorden kiezen die hen helpen alle 44 geluiden te begrijpen. Onderdeel van die 44 geluiden zijn de 'digraphs'. Het is ook belangrijk om lettergrafen te onderscheiden van lettermengsels, dit zijn letters die gewoonlijk worden gecombineerd en waarvan de afzonderlijke geluiden in overleg worden gemaakt, zoals sl, pl, pr, sr, enz. Vaak hebben kinderen met een handicap moeite met het horen en onderscheiden van lettermengsels, maar medeklinkers zijn gemakkelijker omdat zelfs de stemhebbende en stemloze digraphs (th) op dezelfde manier worden gemaakt, met plaatsing van de tong op dezelfde plaats.
Vaak hebben studenten die problemen hebben met het identificeren en / of horen van graafwerken ook moeite met het horen (slechthorend) of articuleren (apraxie) van het lettergeluid. Studenten met deze moeilijkheden moeten worden doorverwezen naar audiologen of spraaktaalpathologen voor beoordeling en / of diensten.
De medeklinkers zijn: ch, sh, th, ng (laatste geluid) ph, en wh.
Introductie van het geluid
Het geluid oefenen
Geluid: ch als in kauw
Eerste kanaalgeluid: kauwen, hakken, chips, keuze, kans, ketting, kampioen, achtervolgen, cheer, wang, cheat, achtervolgen, krijt, kiezen
Laatste kanaalgeluid: aanraken, elk, bereik, coach, sloot, ouch, strand, onderwijzen, sloot, lunch
Geluid: verlegen of verlegen
Eerste sh: schaduw, schaduw, glans, winkel, schelp, schreeuw, struik, sluit, deel, douche
Laatste sh: duwen, haasten, vers, wens, wassen, vis, schotel, afval, as, uitslag
Geluid: het stemloze zoals hier
het, dan, zij, daar, hun, dit, zij, deze, dat wel
Geluid: de stem als dun
dun, denk, dik, dank, diefstal, duim, tand, waarheid, met, breedte
Geluid: wh als in waarom
waarom, waar, wat, wanneer, terwijl, wiel, wit, welke, tarwe, fluiten
Eindgeluid ng als in ring
zing, zong, vleugel, knal, kling, bong, mest, gezongen, mung, klampte zich vast
Geluid: ph zoals in telefoon
Phillip, phantom, phonics, phase, phlox