Woordfamilies worden soms groepen, brokken of rimes genoemd. Een woordfamilie heeft iets gemeen met elkaar, of het nu het voorvoegsel, het achtervoegsel of het basiswoord is. Groen, gras, groei hebben bijvoorbeeld allemaal het 'gr'-geluid aan het begin van het woord.
Wat zijn de voordelen?
Woordfamilies zijn belangrijk omdat ze jonge kinderen helpen om woordpatronen te herkennen en te analyseren wanneer ze leren lezen. Bij het onderwijzen van analytische foniek gebruiken leraren woordfamilies om kinderen te helpen deze patronen te begrijpen en dat bepaalde woorden dezelfde lettercombinaties en geluiden hebben.
Meest voorkomende woordfamilies
Volgens onderzoekers Wylie en Durrel zijn er 37 veel voorkomende woordfamilies: ack, ain, ake, ale, all, ame, an, ank, ap, ash, at, at, aw, ay, eat, ell, est, ice, ick, ide, ight, ziek, in, ine, ing, inkt, ip, it, ock, oke, op, erts, ot, uck, ug, ump, unk.
ack- terug, hack, pack, rack
ain - hersenen, ketting, hoofd, vlakte
ake - wakker, bak, cake, nep
ale - bier, baal, verkoop, verhaal
allemaal - alles, bal, call, hal
ame - schuld, kwam, spel, hetzelfde
een - an, ban, can, pan
ank - bank, dronk, zonk, tank
ap - pet, kaart, rap, tikken
as - bash, dash, uitslag, sjerp
Bij - vleermuis, kat, vet, mat
aten - lot, poort, laat, koers
aw - klauw, tekenen, poten, zagen
ja - dag, hooi, mei, zeg maar
eten - beat, feat, vlees, stoel
el - bel, viel, vertel, nou
Est - beste, rust, vest, west
ijs - dobbelstenen, muizen, leuk, rijst
ick - baksteen, schop, kies, ziek
ide - bruid, verstop je, rij, kant
echts - helder, vecht, licht, nacht
ziek - Bill, Hill, Pil, nog steeds
in - bak, kin, grijns, blik
ine - dineren, fijn, mijn, wijnstok
ing - breng, koning, zing, vleugel
inkt - drinken, koppelen, roze, zinken
ik p - chip, dip, lip, slokje
het - beetje, fit, slaan, zitten
ock - blok, klok, rock, sok
op - politieagent, hop, dweil, top
erts - droeg, meer, pijn, scheurde
ot - heb, heet, niet rotten
uck - bok, eendengeluk, plooi
UG - bug, knuffel, mok, kleed
ump - stoten, dumpen, springen, pompen
unk - stapelbed, dunk, rommel, gezonken
Bron: Richard E. Wylie en Donald D. Durrell, 1970. "Klinkers onderwijzen door fonogrammen." Elementair Engels 47, 787-791.