Hoe de Franse voorzetsel 'Dans' te gebruiken

Het Franse voorzetsel Dans betekent meestal "in", maar afhankelijk van de context heeft het ook andere Engelse equivalenten, zoals van, door, aan, tijdens en uit. Dans kan niet direct worden gevolgd door een zelfstandig naamwoord, maar moet eerder worden gevolgd door een artikel of een andere bepalende factor. Het kan een fysieke locatie, een figuurlijke locatie en tijd aangeven. Dans is ook vereist na bepaalde Franse werkwoorden die een indirect object aannemen.

Fysieke locatie

  •    dans la boîte> in de doos
  •    dans la rue> in de straat
  •    boire dans une tasse> drinken uit een beker
  •    prendre quelque koos dans une boîte> om iets uit een doos te halen
  •    copier quelque koos dans un livre> om iets uit een boek te kopiëren
  •    dans l'avion> in het vliegtuig
  •    mettre quelque koos dans le tiroir> om iets in de la te leggen
  •    monter dans le train> om in de trein te stappen
  •    voir quelqu'un dans l'escalier> om iemand op de trap te zien

Figuratieve locatie

  •    dans la situation actuelle> in de huidige situatie
  •    dans ces conditions> in / onder deze voorwaarden

Periode

  •    dans la journée> gedurende de dag
  •    dans la semaine> tijdens de week
  •    dans une semaine> in één week

Werkwoorden met 'Dans'

Het Franse voorzetsel Dans is vereist na bepaalde Franse werkwoorden die een indirect object aannemen.

  • boire qqchose dans (une tasse) > om iets uit te drinken (een kopje)
  • chercher dans (la boîte) > Om in te kijken (de doos)
  • courir dans (l'herbe) > Erdoorheen rennen (het gras)
  • coûter dans (les dix euros) > Kost ongeveer (10 euro)
  • entrer dans (une salle, un bâtiment) > Om binnen te komen (een kamer, gebouw)
  • fouiller dans (les poches) > Om door te kijken (de zakken)
  • lire dans (le journal) > In te lezen (het papier)
  • manger dans la main à qqun > Uit eigen hand eten
  • kribbe dans l'assiette > Van een bord eten
  • mettre son espoir dans > Om je hoop vast te pinnen
  • partir dans (10 minuten) > Om te vertrekken (10 minuten)
  • partir dans (les montagnes) > Vertrekken naar (de bergen)
  • pleuvoir dans (la Frankrijk) > Regenen in (Frankrijk)
  • prendre quelque koos dans (une boîte, un tiroir) > Om iets uit te pakken (een doos, lade)
  • regarder dans (la boîte, le frigo) > Om in te kijken (de doos, de koelkast)
  • vivre dans (la misère, la peur) > Om in te leven (armoede, angst)