Hoe de formele en informele 'jij' in het Italiaans te gebruiken

Hoewel we in het Engels kunnen verschillen in woordkeuze tijdens informele en formele situaties, veranderen we de gebruikte formulieren niet. Romaanse talen hebben echter verschillende vormen van aanspreken van anderen in formele versus informele situaties. Alsof het leren van een nieuwe taal niet moeilijk genoeg was!

Leren hoe je de formele en informele voornaamwoorden in het Italiaans kunt gebruiken, is erg belangrijk. Zogenaamde sociale genaden zijn de sleutel tot de Italiaanse cultuur, en wat een taaloverlast lijkt, kan het succes van een sociale interactie bepalen, vooral met ouderen en iemand voor wie je respect moet tonen.

Hoeveel manieren waarop u "u" kunt zeggen?

Er zijn vier manieren om 'jij' te zeggen in het Italiaans: tu, voi, lei, en loro.

Tu (voor één persoon) en voi (voor twee of meer personen) zijn de bekende / informele vormen.

Het informele

Hoewel wordt geleerd dat 'tu' alleen wordt gebruikt met familieleden, kinderen en goede vrienden, kan het ook worden gebruikt met mensen van jouw leeftijd.

Als u bijvoorbeeld rond de 30 bent en naar een bar gaat om een ​​cappuccino te krijgen, kunt u het 'tu'-formulier gebruiken met de barista die ook rond uw leeftijd lijkt. Het is waarschijnlijk dat ze je als eerste toch het 'tu'-formulier zal geven:

  • Cosa prendi? - Wat heb je?
  • Che cosa voui? - Wat wil je?
  • Di duve sei? - Waar kom jij vandaan?

Als u met een persoon praat die jonger is dan u, is "tu" altijd de beste keuze.

"Voi" is de meervoudsvorm van de informele manier om mensen aan te spreken. "Voi" werkt voor formele en informele scenario's en het is het meervoud "u":

  • Di dove siete? - Waar komen jullie allemaal vandaan?
  • Voi sapete che ... - Jullie weten allemaal dat ...

Het formele

In meer formele situaties, zoals bij een bank, het kantoor van de dokter, een werkvergadering of praten met een oudere, is de "lei" -vorm altijd het beste. Gebruik "lei" (voor één persoon, man of vrouw) en het meervoud "voi" in meer formele situaties om vreemden, kennissen, ouderen of personen met autoriteit aan te spreken:

  • Lei è di dove? - Waar kom jij vandaan?
  • Da dove viene lei? - Waar kom je vandaan?
  • Voi siete degli studenti. - Jullie zijn studenten.

Je zult vaak "Lei" met een hoofdletter zien om het te onderscheiden van "lei" (zij) wanneer er ruimte is voor verwarring.

TIP: Als u het echt niet zeker weet en niet wilt kiezen tussen 'lei' of 'tu', kunt u altijd de generieke 'altrettanto" in de plaats van "anche a lei / anche a te". Ook, tenzij je met royalty's praat, hoef je niet de formele "loro" te gebruiken zoals de meeste leerboeken onderwijzen.