French Past Imperative - Impératif passé

Het Franse imperatief is zeer zeldzaam omdat het gebruik ervan beperkt is tot een enkele situatie: het geeft een opdracht voor iets dat vóór een bepaalde tijd moet worden gedaan.
   Aie écrit ce rapport demain.
   Laat dit rapport morgen schrijven.
Als u zich houdt aan de instructies in het bovenstaande voorbeeld, zal morgen het rapport al zijn geschreven, dus het schrijven ervan is in het verleden, ergo, het verleden is absoluut noodzakelijk. Als u de reguliere imperatief gebruikt, Écris ce rapport demain, het rapport zal nog niet worden geschreven wanneer morgen rond rolt: in overeenstemming met het bevel, zult u het morgen schrijven. Aan de andere kant kan het zorgvuldige gebruik van een voorzetsel het verschil maken - je zou kunnen zeggen Écris ce rapport avant demain en vermijd het verleden absoluut - waarschijnlijk een andere reden dat het zo zeldzaam is.
   Soyez partis à midi.
   Vertrek voor twaalf uur.
   Ayons fini les devoirs à 7h00.
   Laten we ons huiswerk voor 7:00 klaar hebben.
De verleden gebiedende wijs is min of meer vergelijkbaar met de verleden infinitief, behalve dat het een commando aangeeft in plaats van een feitelijke verklaring.

Omdat het verleden noodzakelijk is, is het echt niet nodig om te leren hoe het te gebruiken, maar je zou het moeten kunnen herkennen.

Hoe het verleden gebiedende wijs te vervoegen

De verleden imperatief is een samengestelde vervoeging, wat betekent dat het uit twee delen bestaat:

  1. gebiedende wijs van het hulpwerkwoord (avoir of être)
  2. voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord

Notitie: Zoals alle Franse samengestelde vervoegingen, kan de verleden gebiedende wijs onderworpen zijn aan grammaticale overeenstemming:

  • Wanneer het hulpwerkwoord is être, het voltooid deelwoord moet overeenkomen met het onderwerp
  • Wanneer het hulpwerkwoord is avoir, het voltooid deelwoord moet mogelijk instemmen met zijn directe object

Net als bij de huidige imperatief heeft de verleden imperatief vervoegingen voor slechts drie grammaticale personen: tunous, en vous.

Voornaamwoord parler choisir avoir être

(Tu)

aie parlé

aie choisi

aie eu

aie été

(Nous)

Ayons Parlé

Ayons Choisi

ayons eu

ayons été

(Vous)

Ayez Parlé

Ayez Choisi

ayez eu

ayez été

Voornaamwoord sortir descendre Aller venir

(Tu)

sois sorti (e)

sois descendu (e)

sois allé (e)

sois venu (e)

(Nous)

soyons sorti (e) s

soyons descendu (e) s

soyons allé (e) s

soyons venu (e) s

(Vous)

soyez sorti (e) (s)

soyez descendu (e) (s)

soyez allé (e) (s)

soyez venu (e) (s)