Alle werkwoorden in het Engels worden geclassificeerd als stative of actiewerkwoorden (ook wel 'dynamische werkwoorden' genoemd). Actiewerkwoorden beschrijven acties die we ondernemen (dingen die we doen) of dingen die gebeuren. Stative werkwoorden verwijzen naar de manier waarop dingen 'zijn' - hun uiterlijk, staat van zijn, geur, etc. Het belangrijkste verschil tussen stative en actiewerkwoorden is dat actiewerkwoorden kunnen worden gebruikt in ononderbroken tijden en stative werkwoorden kunnen niet worden gebruikt in ononderbroken tijden.
Werkwoorden
Ze studeert momenteel wiskunde bij Tom.
EN Ze studeert wiskunde bij Tom elke vrijdag.
Ze werken vanmorgen zeven uur.
EN Ze werkten gistermiddag twee uur lang.
We houden een vergadering wanneer u aankomt.
EN We gaan elkaar vrijdag ontmoeten.
Stative Werkwoorden
De bloemen ruiken heerlijk.
NIET Die bloemen ruiken heerlijk.
Ze hoorde hem gistermiddag in Seattle spreken.
NIET Ze hoorde hem gistermiddag in Seattle spreken.
Ze zullen het concert morgenavond geweldig vinden.
NIET Ze zullen morgenavond van het concert houden.
Veel voorkomende werkwoorden
Er zijn veel meer actiewerkwoorden dan stative werkwoorden. Hier is een lijst met enkele van de meest voorkomende werkwoorden:
Worden - Hij komt uit Dallas, TX in het zuidwesten.
Een hekel hebben aan - Ze haat het strijken van kleding, maar wil ze niet gerimpeld dragen.
Leuk vinden - Ik breng graag tijd door met mijn vrienden.
Liefde - Ze houdt van haar kinderen, net zoals elke moeder van haar kinderen houdt.
Nodig hebben - Ik ben bang dat ik geen nieuw paar schoenen nodig heb.
Behoren - Zijn deze sleutels van u??
Van mening zijn - Jason gelooft het nieuws over het bedrijf, maar ik niet.
Kosten - Hoeveel kost dat boek?
Krijgen - Ik begrijp de situatie, maar ik weet het antwoord nog steeds niet.
Indruk maken - Maakt Tom indruk op u met al zijn kennis?
Weten - Ze weet het antwoord, maar ze wil het niet weggeven.
Bereiken - Kan ik de hamburger pakken en meenemen?
Herken - Susan erkent de noodzaak van een discussie.
Smaak - De wijn smaakt erg fruitig, maar heeft toch een droge afdronk.