De Romeinse senaat was een politieke instelling waarvan de leden werden benoemd door consuls, de voorzitters van de senaat. De oprichter van Rome, Romulus, stond erom bekend de eerste senaat van 100 leden te creëren. De rijke klasse leidde eerst de vroege Romeinse senaat en stond ook bekend als patriciërs. De senaat heeft in deze tijd de regering en de publieke opinie sterk beïnvloed, en het doel van de senaat was om de Romeinse staat en zijn burgers reden en evenwicht te geven.
De Romeinse senaat bevond zich in The Curia Julia, met verbindingen naar Julius Caesar, en staat vandaag nog steeds. Tijdens de periode van de Romeinse Republiek werden Romeinse magistraten gekozen als functionarissen in het oude Rome die de macht overnamen (en verdeelden in steeds kleinere stukjes) die door de koning waren gehanteerd. Romeinse magistraten hadden de macht, hetzij in de vorm van imperium of potestas, militair of civiel, dat kan beperkt zijn tot binnen of buiten de stad Rome.
De meeste magistraten werden verantwoordelijk gehouden voor wangedrag tijdens hun ambtsperiode toen hun ambtstermijn afliep. Veel van de magistraten werden lid van de Romeinse senaat op grond van hun ambt. De meeste magistraten werden gekozen voor de periode van één jaar en waren lid van een collegium van ten minste één andere magistraat in dezelfde categorie; dat wil zeggen, er waren twee consuls, 10 tribunes, twee censoren, enz., hoewel er slechts één dictator was die door leden van de Senaat werd benoemd voor de periode van maximaal zes maanden.
De senaat, bestaande uit patriciërs, waren degenen die op de consuls stemden. Twee mannen werden gekozen en dienden slechts één jaar om corruptie te voorkomen. Consuls konden ook niet meer dan 10 jaar worden herkozen om tirannie te voorkomen. Vóór de herverkiezing moest een bepaalde periode verstrijken. Van kandidaten voor een kantoor werd verwacht dat ze eerder lagere ranglijsten hadden en er waren ook leeftijdsvereisten.
In de Romeinse republiek werd de Praetors-titel door de regering verleend aan de commandant van een leger of een gekozen magistraat. Praetors hadden voorrechten om als rechters of juryleden op te treden in civiele of strafrechtelijke processen en konden zitting nemen in verschillende overheidsdiensten. In het latere Romeinse tijdperk werden de verantwoordelijkheden veranderd in een gemeentelijke rol als penningmeester.
Als senator kon je een toga dragen met een Tyrische paarse streep, unieke schoenen, een speciale ring en andere modieuze items die met extra voordelen kwamen. Een weergave van de oude Romeinen, de toga was belangrijk in de samenleving omdat het macht en hogere sociale klasse aanduidde. Toga's werden alleen gedragen door de meest opvallende burgers, en de laagste arbeiders, slaven en buitenlanders konden ze niet dragen.
Referentie: Een geschiedenis van Rome tot 500 na Christus., van Eustace Miles