Mary Wollstonecraft wordt soms de 'moeder van het feminisme' genoemd, omdat haar hoofddoel was om vrouwen toegang te geven tot delen van de samenleving die grotendeels verboden waren voor hen in de 18e eeuw. Haar oeuvre houdt zich voornamelijk bezig met vrouwenrechten. In haar boek uit 1792, "A Vindication of the Rights of Woman", nu beschouwd als een klassieker van de feministische geschiedenis en feministische theorie, pleitte Wollstonecraft primair voor het recht van vrouwen op onderwijs. Ze geloofde dat door educatie emancipatie zou komen.
Mary Wollstonecraft accepteerde dat de sfeer van vrouwen thuis is, een algemeen geloof in haar tijd, maar ze isoleerde het huis niet van het openbare leven zoals vele anderen hadden. Ze dacht dat het openbare leven en het huiselijke leven niet gescheiden maar verbonden waren. Het huis was belangrijk voor Wollstonecraft omdat het een basis vormt voor het sociale leven en het openbare leven. Ze voerde aan dat de staat, of het openbare leven, zowel individuen als gezinnen verbetert en dient. In deze context schreef ze dat mannen en vrouwen plichten hebben tegenover zowel het gezin als de staat.
Mary Wollstonecraft pleitte ook voor het recht van vrouwen om een opleiding te volgen, aangezien zij primair verantwoordelijk waren voor de opleiding van de jongeren. Vóór de 'vindicatie van de rechten van de mens' schreef Wollstonecraft vooral over de opvoeding van kinderen. In "Vindication", echter, kadert zij deze verantwoordelijkheid als een primaire rol voor vrouwen, verschillend van mannen.
Wollstonecraft voerde verder aan dat het opleiden van vrouwen de echtelijke relatie zou versterken. Ze geloofde dat een stabiel huwelijk een partnerschap is tussen een man en een vrouw. Een vrouw moet dus de kennis en redeneervaardigheden hebben die haar man heeft om het partnerschap te onderhouden. Een stabiel huwelijk zorgt ook voor de juiste opvoeding van kinderen.
Mary Wollstonecraft erkende dat vrouwen seksuele wezens zijn. Maar, zei ze, mannen ook. Dat betekent dat de vrouwelijke kuisheid en trouw die nodig zijn voor een stabiel huwelijk ook mannelijke kuisheid en trouw vereisen. Mannen zijn evenveel verplicht als vrouwen om plicht te geven over seksueel genot. Misschien heeft Wollstonecraft's ervaring met Gilbert Imlay, vader van haar oudste dochter, dit punt voor haar verduidelijkt, omdat hij deze norm niet kon waarmaken.
Plicht boven plezier stellen betekent niet dat gevoelens onbelangrijk zijn. Het doel voor Wollstonecraft was om gevoel en gedachte in harmonie te brengen. Ze noemde deze harmonie tussen de twee 'reden'. Het concept van de rede was belangrijk voor de filosofen van de Verlichting, maar Wollstonecraft's viering van de natuur, gevoelens en sympathie maakte haar ook een brug naar de romantiekbeweging die volgde. (Haar jongere dochter trouwde later met een van de bekendste romantische dichters, Percy Shelley.)
Mary Wollstonecraft ontdekte dat de absorptie van vrouwen in bezigheden gerelateerd aan mode en schoonheid hun reden ondermijnde, waardoor ze minder in staat waren hun rol in het huwelijkspartnerschap te behouden. Ze dacht ook dat het hun effectiviteit als opvoeders van kinderen verminderde.
Door gevoel en gedachte samen te brengen in plaats van ze te scheiden en te verdelen volgens geslachtslijnen, gaf Wollstonecraft ook een kritiek op Jean-Jacques Rousseau, een filosoof die persoonlijke rechten verdedigde maar niet in individuele vrijheid voor vrouwen geloofde. Hij geloofde dat een vrouw niet in staat was tot rede, en alleen een man kon worden vertrouwd om gedachten en logica uit te oefenen. Uiteindelijk betekende dit dat vrouwen geen burgers konden zijn, maar alleen mannen. Rousseau's visie veroordeelde vrouwen naar een afzonderlijke en inferieure sfeer.
Wollstonecraft maakte in haar boek duidelijk dat ze geloofde dat vrouwen het vermogen hadden om gelijkwaardige partners te zijn voor hun man en in de samenleving. Een eeuw nadat ze voor vrouwenrechten pleitte, genoten vrouwen meer toegang tot onderwijs, waardoor ze meer kansen kregen in het leven.
Vandaag lezen ze 'Een vindicatie van de rechten van de vrouw' en de meeste lezers zijn verbaasd over hoe relevant sommige delen zijn, terwijl anderen lezen als archaïsch. Dit weerspiegelt de enorme veranderingen in de waarde die de samenleving tegenwoordig hecht aan de rede van vrouwen, vergeleken met de 18e eeuw. Het weerspiegelt echter ook de vele manieren waarop kwesties van gendergelijkheid blijven bestaan.