In de Engelse grammatica, an meewerkend voorwerp is een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord dat aangeeft aan wie of voor wie de actie van een werkwoord in een zin wordt uitgevoerd.
Bij werkwoorden die door twee objecten kunnen worden gevolgd, komt het indirecte object meestal direct na het werkwoord en vóór het directe object.
Wanneer voornaamwoorden als indirecte objecten fungeren, nemen ze gewoonlijk de vorm aan van het objectieve geval. De objectieve vormen van Engelse voornaamwoorden zijn mij, wij, jij, hem, haar, het, zij, wie en wie. (Let daar op u en het dezelfde vormen hebben in het subjectieve geval.)
Ook gekend als: datieve geval
"De twee patronen voor zinnen met indirecte objecten zijn de voorzetsel patroon en de datief bewegingspatroon. Afhankelijk van het werkwoord zijn beide patronen of slechts één patroon mogelijk.
"In het voorzetselpatroon vindt het indirecte object plaats na het directe object en wordt het voorafgegaan door een voorzetsel. In het datieve bewegingspatroon vindt het indirecte object plaats vóór het directe object." (Ron Cowan, De Engelse grammatica van de leraar: een cursusboek en naslaggids. Cambridge University Press, 2008)
"De werkwoorden die een meewerkend voorwerp zijn een subset van overgankelijke werkwoorden en staan bekend als 'ditransitieven'. Voor Engels omvatten dergelijke ditransitieve werkwoorden geven, verzenden, lenen, leasen, huren, huren, verkopen, schrijven, vertellen, kopen en maken."(James R. Hurford, Grammatica: een studentenhandleiding. Cambridge University Press, 1994)
"De dative is een paar constructies, een vergelijkbaar met de inhoudslocatie, de andere met twee naakte objecten:
De eerste wordt de voorzetsel dative genoemd (omdat deze een voorzetsel bevat, namelijk, naar), de tweede de ditransitief of dubbel-object datief (omdat het werkwoord wordt gevolgd door twee objecten, niet slechts één). In traditionele grammatica's worden de twee zinnen de indirect en directe objecten; taalkundigen noemen ze tegenwoordig meestal gewoon het 'eerste object' en het 'tweede object'. De voorwaarde datief, heeft trouwens niets met datums te maken; het komt van het Latijnse woord voor 'geven'. "(Steven Pinker, Het spul van gedachte. Viking, 2007)
"De meewerkend voorwerp wordt typisch geassocieerd met de semantische rol van ontvanger ... Maar het kan de rol van begunstigde hebben (degene voor wie iets wordt gedaan), zoals in Doen me een gunst of telefoontje me een taxi, en het kan op andere manieren worden geïnterpreteerd, zoals blijkt uit voorbeelden als Deze blunderkosten ons de wedstrijd, of ik ben jaloers u je geluk."(Rodney D. Huddleston en Geoffrey K. Pullum, De introductie van een student tot Engelse grammatica. Cambridge University Press, 2005)