Latijnse cijfers zijn meestal bijvoeglijke naamwoorden. Wanneer er drie vormen zijn, heeft het Latijnse getal een mannelijke, vrouwelijke en onzijdige vorm, in die volgorde. De cijfers volgen de juiste declinatieregels. Merk op dat er voor de meeste getallen geen enkelvoud bestaat en geen meervoud voor het getal 1.
1 - unus, una, unum
2 - duo, duae, duo
3 - tres, tres, tria
4 - kwartier
5 - quinque
6 - seks
7 - septem
8 - octo
9 - novem
10 - decem
11 - onbeslist
12 - duodecim
13 - tredecim
14 - quattuordecim
15 - quindecim