Canada is een constitutionele monarchie, wat betekent dat het de koningin of koning als staatshoofd erkent, terwijl de premier het staatshoofd is. Het parlement is de wetgevende tak van de federale overheid in Canada. Het Canadese parlement bestaat uit drie delen: de koningin, de senaat en het Lagerhuis. Als de wetgevende tak van de federale overheid werken alle drie de delen samen om de wetten voor het land te maken.
Het parlement van Canada bestaat uit de soeverein, vertegenwoordigd door de gouverneur-generaal van Canada, plus het Lagerhuis en de Senaat. Het parlement is de wetgevende of wetgevende tak van de federale overheid.
De Canadese overheid heeft drie takken. De leden van het parlement, of parlementariërs, ontmoeten elkaar in Ottawa en werken samen met de uitvoerende en gerechtelijke afdelingen om de nationale regering te leiden. De uitvoerende tak is de besluitvormende tak, bestaande uit de soevereine, de premier en het kabinet. De gerechtelijke tak is een reeks onafhankelijke rechtbanken die de wetten interpreteren die door de andere takken zijn aangenomen.
Canada heeft een tweekamerstelsel parlementair systeem. Dat betekent dat er twee afzonderlijke kamers zijn, elk met een eigen groep parlementariërs: de Senaat en het Lagerhuis. Elke kamer heeft een spreker die fungeert als de president van de kamer.
De premier beveelt individuen aan om in de Senaat te dienen, en de gouverneur-generaal maakt de benoemingen. Een Canadese senator moet minstens 30 jaar oud zijn en moet met zijn of haar 75ste verjaardag met pensioen gaan. De senaat heeft 105 leden en de zetels zijn verdeeld om de belangrijkste regio's van het land gelijkelijk te vertegenwoordigen.
Daarentegen kiezen kiezers vertegenwoordigers in het Lagerhuis. Deze vertegenwoordigers worden parlementsleden of parlementsleden genoemd. Op enkele uitzonderingen na kan iedereen die gekwalificeerd is om te stemmen zich kandidaat stellen voor het Lagerhuis. Een kandidaat moet dus minimaal 18 jaar oud zijn om een MP-functie te vervullen. Zetels in het Lagerhuis worden verdeeld in verhouding tot de bevolking van elke provincie en elk grondgebied. Over het algemeen geldt: hoe meer mensen in een provincie of gebied, hoe meer leden het heeft in het Lagerhuis. Het aantal parlementsleden varieert, maar elke provincie of elk gebied moet minstens evenveel leden in het Lagerhuis hebben als in de Senaat.
Leden van zowel de Senaat als het Lagerhuis stellen mogelijke nieuwe wetten voor, herzien en debatteren. Dit omvat leden van de oppositiepartij, die ook nieuwe wetten kunnen voorstellen en deelnemen aan het algemene wetgevingsproces.
Om wet te worden, moet een wetsvoorstel beide kamers passeren in een reeks lezingen en debatten, gevolgd door zorgvuldig onderzoek in de commissie en extra debat. Ten slotte moet het wetsvoorstel 'koninklijke instemming' of definitieve goedkeuring krijgen van de gouverneur-generaal voordat het wet wordt.