Ondertekend op 28 juni 1919, als een einde aan de Eerste Wereldoorlog, moest het Verdrag van Versailles een duurzame vrede garanderen door Duitsland te straffen en een Volkenbond op te richten om diplomatieke problemen op te lossen. In plaats daarvan liet het een erfenis van politieke en geografische moeilijkheden na die vaak de schuld hebben gekregen, soms alleen, voor het starten van de Tweede Wereldoorlog.
De Eerste Wereldoorlog was vier jaar gevochten toen Duitsland en de geallieerden op 11 november 1918 een wapenstilstand ondertekenden. De geallieerden kwamen snel bijeen om het vredesverdrag te bespreken dat ze zouden ondertekenen, maar Duitsland en Oostenrijk-Hongarije waren niet uitgenodigd; in plaats daarvan mochten ze alleen een reactie op het verdrag presenteren, een reactie die grotendeels werd genegeerd. In plaats daarvan werden de voorwaarden voornamelijk opgesteld door de zogenaamde Big Three: de Britse premier Lloyd George, de Franse premier Frances Clemenceau en de Amerikaanse president Woodrow Wilson.
Elke regering vertegenwoordigd door de mannen in de Grote Drie had verschillende verlangens:
Het resultaat was een verdrag dat een compromis probeerde te sluiten, en veel van de details werden doorgegeven aan ongecoördineerde subcommissies om uit te werken, die dachten dat ze een startpunt aan het opstellen waren in plaats van de definitieve formulering. Het was een bijna onmogelijke taak. Ze vroegen om de mogelijkheid om leningen en schulden af te lossen met Duits geld en goederen, maar ook om de pan-Europese economie te herstellen. Het verdrag moest territoriale eisen stellen, waarvan vele in geheime verdragen waren opgenomen, maar ook om zelfbeschikking mogelijk te maken en het groeiende nationalisme aan te pakken. Het moest ook de Duitse dreiging verwijderen, maar de natie niet vernederen en een generatie kweken die wraak wilde nemen en tegelijkertijd de kiezers zou verzachten.
Hier zijn enkele van de voorwaarden van het Verdrag van Versailles, in verschillende hoofdcategorieën.
Gebied
Arms
Herstellingen en schuldgevoelens
De Volkenbond
Duitsland verloor 13 procent van zijn land, 12 procent van zijn bevolking, 48 procent van zijn ijzerbronnen, 15 procent van zijn landbouwproductie en 10 procent van zijn kolen. Misschien begrijpelijk, de Duitse publieke opinie zwaaide al snel tegen dit dictaat (vrede dicteerde), terwijl de Duitsers die het ondertekenden de 'novembercriminelen' werden genoemd. Groot-Brittannië en Frankrijk vonden het verdrag eerlijk - ze wilden eigenlijk strengere voorwaarden opgelegd aan de Duitsers - maar de Verenigde Staten weigerden het te ratificeren omdat het geen deel wilde uitmaken van de Volkenbond.
Andere resultaten zijn onder meer:
Moderne historici concluderen soms dat het verdrag soepeler was dan verwacht en niet echt oneerlijk. Ze beweren dat, hoewel het verdrag een nieuwe oorlog niet stopte, dit meer te wijten was aan massieve breuklijnen in Europa die WWI niet had opgelost, en ze beweren dat het verdrag zou hebben gewerkt als de geallieerde naties het hadden afgedwongen, in plaats van uit te vallen en uit elkaar worden gespeeld. Dit blijft een controversieel beeld. Je komt zelden een moderne historicus tegen die het erover eens is dat het verdrag alleen de Tweede Wereldoorlog heeft veroorzaakt, hoewel het duidelijk niet is gelukt om een nieuwe grote oorlog te voorkomen.
Wat zeker is, is dat Adolf Hitler het verdrag perfect kon gebruiken om steun achter hem te verzamelen: een beroep op soldaten die zich opgelicht voelden en de woede op de misdadigers in november hanteerden om andere socialisten te vervloeken, beloven Versailles te overwinnen en vooruitgang te boeken.
Aanhangers van Versailles kijken echter graag naar het vredesverdrag dat Duitsland heeft opgelegd aan Sovjet-Rusland, dat enorme gebieden land, bevolking en rijkdom in beslag nam, en wezen erop dat dat land niet minder graag dingen wilde pakken. Of het ene verkeerd het andere rechtvaardigt, ligt natuurlijk aan het perspectief van de lezer.