Meer en meer mensen krijgen tegenwoordig tatoeages en ze dragen niet hetzelfde sociale stigma als vroeger. Maar we hebben niet altijd de tattoo-machines gebruikt die je in je standaardsalon ziet.
De elektrische tattoo-machine werd op 8 december 1891 officieel gepatenteerd door een New Yorkse tattoo-artiest genaamd Samuel O'Reilly. Maar zelfs O'Reilly zou de eerste zijn om toe te geven dat zijn uitvinding echt een aanpassing was van een machine die is uitgevonden door Thomas Edison - de Autographic Printing Pen. O'Reilly was getuige van een demonstratie van de elektrische pen, een soort schrijfoefening die Edison had gebouwd om documenten in stencils te etsen en vervolgens te kopiëren. De elektrische pen was defect. De tatoeëermachine was een ongekwalificeerde, wereldwijde hit.
De tattoo-machine van O'Reilly werkte met een holle naald gevuld met permanente inkt. Een elektromotor dreef de naald in en uit de huid met een snelheid van maximaal 50 lekke banden per seconde. De tattoo-naald bracht elke keer een kleine druppel inkt onder het oppervlak van de huid in. Het originele machinepatent dat toegestaan is voor naalden van verschillende grootte levert verschillende hoeveelheden inkt, een zeer ontwerpgerichte overweging.
Vóór O'Reilly's innovatie waren tatoeages - het woord komt van het Tahitiaanse woord "tatu" wat "iets markeren" betekent - veel moeilijker te maken. Tatoeëerders werkten met de hand en perforeerden de huid misschien drie keer per seconde terwijl ze hun ontwerpen installeerden. De machine van O'Reilly met zijn 50 perforaties per seconde was een enorme verbetering in efficiëntie.
Verdere verbeteringen en verfijningen aan de tattoo-machine zijn doorgevoerd en het moderne tattoo-apparaat kan nu 3000 lekke banden per minuut afleveren.