De Europese Unie Een geschiedenis en overzicht

De Europese Unie (EU) is een unie van 28 lidstaten (inclusief het Verenigd Koninkrijk) verenigd om een ​​politieke en economische gemeenschap in heel Europa te creëren. Hoewel het idee van de EU in het begin misschien eenvoudig klinkt, heeft de Europese Unie een rijke geschiedenis en een unieke organisatie, die beide helpen bij het huidige succes en het vermogen om haar missie voor de 21ste eeuw te vervullen..

Geschiedenis

De voorloper van de Europese Unie werd opgericht na de Tweede Wereldoorlog in de late jaren 1940 in een poging om de landen van Europa te verenigen en de periode van oorlogen tussen buurlanden te beëindigen. Deze landen begonnen zich in 1949 officieel te verenigen met de Raad van Europa. In 1950 breidde de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal de samenwerking uit. De zes landen die bij dit oorspronkelijke verdrag betrokken waren, waren België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Nederland. Tegenwoordig worden deze landen de "stichtende leden" genoemd.

Tijdens de jaren 1950 toonden de Koude Oorlog, protesten en verdeeldheid tussen Oost- en West-Europa de behoefte aan verdere Europese eenwording. Om dit te doen, werd het Verdrag van Rome op 25 maart 1957 ondertekend, waardoor de Europese Economische Gemeenschap werd opgericht en mensen en producten door heel Europa konden worden verplaatst. In de loop van de decennia zijn er meer landen lid geworden van de gemeenschap.

Om Europa verder te verenigen, werd de Europese Akte in 1987 ondertekend met als doel uiteindelijk een "interne markt" voor de handel te creëren. Europa werd verder verenigd in 1989 met de opheffing van de grens tussen Oost- en West-Europa - de Berlijnse Muur.

De moderne EU

Gedurende de jaren negentig maakte het idee van de "interne markt" gemakkelijker handel, meer interactie van burgers over kwesties als milieu en veiligheid, en gemakkelijker reizen door de verschillende landen mogelijk.

Hoewel de landen van Europa vóór het begin van de jaren negentig verschillende verdragen hadden, wordt deze tijd algemeen erkend als de periode waarin de moderne Europese Unie ontstond als gevolg van het Verdrag van Maastricht over de Europese Unie - dat op 7 februari werd ondertekend, 1992, en op 1 november 1993 in werking gesteld.

In het Verdrag van Maastricht zijn vijf doelen vastgesteld om Europa op meer manieren dan alleen economisch te verenigen:

1. Het democratisch bestuur van de deelnemende landen versterken.
2. Om de efficiëntie van de naties te verbeteren.
3. Economische en financiële eenwording tot stand brengen.
4. De "sociale dimensie van de gemeenschap" ontwikkelen.
5. Een veiligheidsbeleid opstellen voor de betrokken landen.

Om deze doelen te bereiken, heeft het Verdrag van Maastricht verschillende beleidsmaatregelen die betrekking hebben op kwesties zoals industrie, onderwijs en jeugdzaken. Bovendien heeft het verdrag in 1999 gewerkt aan een gemeenschappelijke Europese munt, de euro, om fiscale eenwording tot stand te brengen. De EU breidde zich in 2004 en 2007 uit, waardoor het totale aantal lidstaten op 27 komt. Vandaag zijn er 28 lidstaten.

In december 2007 hebben alle lidstaten het Verdrag van Lissabon ondertekend in de hoop de EU democratischer en efficiënter te maken bij de aanpak van klimaatverandering, nationale veiligheid en duurzame ontwikkeling..

Hoe een land toetreedt tot de EU

Voor landen die geïnteresseerd zijn om tot de EU toe te treden, zijn er verschillende vereisten waaraan ze moeten voldoen om tot de toetreding over te gaan en een lidstaat te worden.

De eerste vereiste heeft te maken met het politieke aspect. Alle landen in de EU moeten een regering hebben die democratie, mensenrechten en de rechtsstaat garandeert en de rechten van minderheden beschermt.

Naast deze politieke gebieden moet elk land een markteconomie hebben die sterk genoeg is om op zichzelf te staan ​​op de concurrerende EU-markt.

Ten slotte moet de kandidaat-lidstaat bereid zijn de doelstellingen van de EU te volgen die betrekking hebben op politiek, de economie en monetaire kwesties. Dit vereist ook dat zij bereid zijn deel uit te maken van de administratieve en gerechtelijke structuren van de EU.

Nadat wordt aangenomen dat de kandidaat-lidstaat aan elk van deze vereisten heeft voldaan, wordt het land gescreend en stellen de Raad van de Europese Unie en het land een toetredingsverdrag op dat vervolgens wordt geratificeerd en goedgekeurd door de Europese Commissie en het Europees Parlement. . Als dit na dit proces succesvol is, kan de natie een lidstaat worden.