René Laennec en de uitvinding van de stethoscoop

De stethoscoop is een hulpmiddel om te luisteren naar de interne geluiden van het lichaam. Het wordt veel gebruikt door artsen en dierenartsen om gegevens van hun patiënten te verzamelen, met name ademhaling en hartslag. De stethoscoop kan akoestisch of elektronisch zijn en sommige moderne stethoscopen nemen ook geluiden op. 

De stethoscoop: een instrument geboren uit schaamte

De stethoscoop werd in 1816 uitgevonden door de Franse arts René Théophile Hyacinthe Laënnec (1781-1826) in het Necker-Enfants Malades Hospital in Parijs. De arts behandelde een vrouwelijke patiënt en schaamde zich om de traditionele methode van onmiddellijke auscultatie te gebruiken, waarbij de arts zijn oor tegen de borst van de patiënt drukte. (Laënnec vertelt dat de methode "ontoelaatbaar werd gemaakt door de leeftijd en het geslacht van de patiënt.") In plaats daarvan rolde hij een vel papier in een buis, waardoor hij de hartslag van zijn patiënt kon horen. De verlegenheid van Laënnec leidde tot een van de belangrijkste en alomtegenwoordige medische instrumenten.

De eerste stethoscoop was een houten buis vergelijkbaar met de "oorhoorn" hoortoestellen van die tijd. Tussen 1816 en 1840 hebben de verschillende beoefenaars en uitvinders de stijve buis vervangen door een flexibele, maar de documentatie over deze fase van de evolutie van het apparaat is onregelmatig. We weten wel dat de volgende sprong voorwaarts in de stethoscooptechnologie plaatsvond in 1851 toen een Ierse arts genaamd Arthur Leared een binaurale (twee-oor) versie van de stethoscoop uitvond. Dit werd het volgende jaar verfijnd door George Cammann en in massaproductie gebracht. 

Andere verbeteringen aan de stethoscoop kwamen in 1926, toen Dr. Howard Sprague van Harvard Medical School en M.B. Rappaport, een elektrotechnisch ingenieur, ontwikkelde een tweekoppig borststuk. Eén kant van het borststuk, een plat plastic diafragma, maakte hogere frequentie geluiden wanneer het op de huid van de patiënt werd gedrukt, terwijl de andere kant, een bekerachtige bel, geluiden met een lagere frequentie liet waarnemen.