Voltooi elk van de volgende zinnen met het juiste voorzetsel: in, in, op, of Bij. Wanneer u klaar bent, vergelijkt u uw antwoorden met de onderstaande antwoorden.
toewijzing
Slocum stapte (in, in, op, of Bij) de lift en drukte op de knop voor de vijfde verdieping.
Terwijl Slocum zwijgend stond (in, in, op, of Bij) de lift, de vrouw naast hem begon te zingen.
De vrouw droeg een papieren kroon (in, in, op, of Bij) haar hoofd.
Slocum was gepland voor een afspraak in de kliniek (in, in, op, of Bij) de vijfde verdieping.
Hij moest zijn afspraak maken (in, in, op, of Bij) vijf minuten.
Slocum zag een grote dode voorn (in, in, op, of Bij) de vettige vloer van de lift.
Slocum staarde (in, in, op, of Bij) de kakkerlak een paar seconden en sloot toen zijn ogen.
Hij gleed uit (in, in, op, of Bij) een bekende fantasiewereld.
In die wereld zwommen dolfijnen (in, in, op, of Bij) een cirkel om hem heen.
Toen de deuren opengingen (in, in, op, of Bij) de vijfde verdieping, de lift was leeg.
antwoorden
Lees verder om de antwoorden te vinden (vetgedrukt) op de bovenstaande oefening.
Slocum stapte in de lift en drukte op de knop voor de vijfde verdieping.
Terwijl Slocum zwijgend stond in de lift, de vrouw naast hem begon te zingen.
De vrouw droeg een papieren kroon Aan haar hoofd.
Slocum was gepland voor een afspraak in de kliniek Aan de vijfde verdieping.
Hij moest zijn afspraak maken in vijf minuten.
Slocum zag een grote dode voorn Aan de vettige vloer van de lift.
Slocum staarde Bij de kakkerlak voor een paar seconden en sloot toen zijn ogen.
Hij gleed uit in een bekende fantasiewereld.
In die wereld zwommen dolfijnen in een cirkel om hem heen.
Toen de deuren opengingen Aan op de vijfde verdieping was de lift leeg.