Hiërarchie van Romeinse kantoren in de Cursus Honorum

De volgorde van vooruitgang door gekozen kantoren (magistraten) in het Republikeinse Rome stond bekend als de cursus honorum. De opeenvolging van kantoren in de cursus honorum betekende dat een kantoor in theorie niet kon worden overgeslagen. Er waren uitzonderingen. Er waren ook optionele kantoren die stappen langs de konden zijn cursus honorum.

Volgorde die leidt naar het hoogste kantoor van consul

Een Romeins mannetje van de hogere klassen werd quaestor voordat hij kon worden gekozen praetor. Hij moest eerder tot Praetor worden gekozen Consul, maar de kandidaat hoeft geen van beide te zijn aedile of Tribune.

Andere vereisten voor vooruitgang langs de Cursus Honorum

De Quaestor-kandidaat moest minimaal 28 zijn. Er moest twee jaar verstrijken tussen het einde van het ene kantoor en het begin van de volgende stap op de cursus honorum.

De rollen van de Cursus Honorum Magistrates en de Senaat

Oorspronkelijk vroegen de magistraten het advies van de senaat wanneer en wanneer zij dat wilden. Na verloop van tijd stond de senaat, die bestond uit de magistraten uit het heden en het verleden, erop aan om te worden geraadpleegd.

Insignes van de magistraten en senatoren

Eenmaal toegelaten tot de senaat droeg de magistraat een brede paarse streep op zijn tuniek. Dit werd de latus clavus. Hij droeg ook een speciale scharlakenrode schoen, de calceus mulleus, met een C erop. Net als de ruiters droegen senatoren gouden ringen en zaten ze op de gereserveerde stoelen op de eerste rij bij optredens.

De ontmoetingsplaats van de senaat

De senaat kwam meestal bijeen in de Curia Hostilia, ten noorden van het Forum Romanum en tegenover de straat genaamd Argiletum. [Zie forumkaart.] Ten tijde van de moord op Caesar, in 44 v.Chr., Werd de Curia herbouwd, dus ontmoette de senaat elkaar in het theater van Pompey..

De magistraten van de Cursus Honorum

quaestor: De eerste positie in de cursus honorum was Quaestor. De termijn van Quaestor duurde een jaar. Oorspronkelijk waren er twee quaestoren, maar het aantal steeg naar vier in 421, naar zes in 267 en vervolgens naar acht in 227. In 81 werd het aantal verhoogd tot twintig. De vergadering van de vijfendertig stammen, de Comitia Tributa, gekozen quaestoren.

Tribune van de Plebs: Jaarlijks gekozen door het volksdeel van de Assemblee van de Stammen (Comitia Tributa), bekend als de Concilium Plebis, er waren oorspronkelijk twee tribunes van het Plebs, maar tegen 449 v.Chr. waren er tien. De tribune had grote macht. Zijn fysieke persoon was heilig en hij kon tegen iedereen een veto uitspreken, inclusief een andere tribune. Een tribune kan echter geen veto uitspreken tegen een dictator.

Het kantoor van Tribune was geen verplichte fase van de cursus honorum.

aedile: De Concilium Plebis verkozen elk jaar twee Plebeian Aediles. De vergadering van de vijfendertig stammen of Comitia Tributa heeft jaarlijks twee Curule Aediles gekozen. Het was niet nodig om een ​​Aedile te zijn tijdens het volgen van de cursus honorum.

praetor: Verkozen door de Vergadering van de Eeuwen, bekend als de Comitia Centuriata, de Praetors hebben een jaar lang zitting gehouden. Het aantal Praetors steeg van twee naar vier in 227; en vervolgens tot zes in 197. In 81 werd het aantal verhoogd tot acht. Praetors werden vergezeld door twee lictores binnen de grenzen van de stad. De lictores droeg de ceremoniële staven en bijl of fasces dat zou in feite kunnen worden gebruikt om straf op te leggen.

Consul: De Comitia Centuriata of Vergadering van de Eeuwen verkozen tot 2 Consuls per jaar. Hun eer was onder meer vergezeld door 12 lictores en het dragen van toga praetexta. Dit is de bovenste sport van de cursus honorum.

bronnen

  • Marsh, Frank Burr; herzien door H.H. Scullard. Een geschiedenis van de Romeinse wereld van 146 tot 30 v.Chr. Londen: Methuen & Co. Ltd., 1971.
  • www.theaterofpompey.com/rome/reviewmagist.shtml Reguliere gezagsdragers van de Romeinse Republiek Uit "S. Magistrates of the Roman Republic" van T. S. R. Broughton.
  • "The Procedure of the Senate," door A. G. Russell. Griekenland en Rome, Vol. 2, nr. 5 (februari 1933), pp. 112-121.
  • Jona Lendering Cursus Honorum