De Oostenrijkse kunstenaar Egon Schiele (12 juni 1890 - 31 oktober 1918) staat vooral bekend om zijn expressionistische en vaak seksueel expliciete afbeeldingen van het menselijk lichaam. Hij was een succesvolle kunstenaar in zijn tijd, maar zijn carrière werd afgebroken door de Spaanse grieppandemie. Hij stierf op 28-jarige leeftijd.
Egon Schiele werd geboren in Tulln, Oostenrijk, aan de oever van de rivier de Donau en was de zoon van Adolf Schiele, een stationschef voor de Oostenrijkse spoorwegen. Treinen waren het onderwerp van veel van Egons vroege tekeningen als kind. Hij stond erom bekend vele uren door te brengen met tekenen en het vermijden van andere onderwerpen op school.
Egon Schiele had drie zussen: Melanie, Elvira en Gerti. Elvira modelleerde vaak voor de schilderijen van haar broer. Ze trouwde met de vriend van Schiele, de kunstenaar Anton Peschka. Schiele was dicht bij zijn zus Gerti, het jongste kind van het gezin; sommige biografische verslagen suggereren dat de relatie incestueus was.
De vader van Schiele stierf aan syfilis toen de kunstenaar 15 was. Schiele werd een afdeling van zijn oom van moeders kant, Leopold Czihaczek. Met de verandering van huishoudens ondervond Schiele steun voor zijn interesse in kunst. In 1906 schreef hij zich in aan de Academie voor Schone Kunsten Wenen.
In 1907 zocht een tiener Egon Schiele de beroemde kunstenaar Gustav Klimt, de oprichter van de Weense Secession. Klimt was zeer geïnteresseerd in Schiele en kocht zijn tekeningen terwijl hij hem ook aan andere klanten voorstelde. De vroege werken van Schiele tonen een sterke invloed van art nouveau en de stijl van de Weense Secession.
Klimt nodigde Schiele uit om zijn werk te exposeren op de Kun09 in Wenen uit 1909. Schiele ontmoette het werk van vele andere kunstenaars tijdens het evenement, waaronder Edvard Munch en Vincent van Gogh. Kort daarna begon Schiele's werk de menselijke vorm te verkennen op een soms seksueel expliciete manier. Zijn schilderij "Kneeling naakt met opgeheven handen" uit 1910 wordt gezien als een van de belangrijkste naaktstukken van de vroege 20e eeuw. Veel waarnemers beschouwden Schiele's openhartige seksuele inhoud destijds echter als storend.
In latere jaren distantieerde Schiele zich van Klimt's sierlijke op art nouveau geïnspireerde esthetiek. In plaats daarvan begonnen zijn werken een donker, emotioneel gevoel aan te nemen, met nadruk op de intensiteit van de menselijke psychologie.
Van 1910 tot 1912 nam Schiele deel aan een breed scala aan groepsshows in Praag, Boedapest, Keulen en München. Hij richtte de Neukunstgrupped (New Art Group) op als rebellie tegen het conservatieve karakter van de Academie voor Schone Kunsten Wenen. De groep omvatte andere jonge kunstenaars zoals de Oostenrijkse expressionist Oskar Kokoschka.
In 1911 ontmoette Schiele de 17-jarige Walburga Neuzil. Neuzil woonde bij Schiele en diende als model voor veel van zijn schilderijen. Samen verlieten ze Wenen naar Krumau, een klein stadje dat nu deel uitmaakt van Tsjechië. Het was de geboorteplaats van Egons moeder. Het echtpaar werd uit de stad verdreven door lokale bewoners die hun manier van leven afkeurden, waaronder het feit dat Schiele lokale tienermeisjes inhuurde als naaktmodellen.
Schiele en Neuzel verhuisden naar het kleine Oostenrijkse stadje Neulengbach, ongeveer 35 kilometer ten westen van Wenen. Egons kunstatelier werd een ontmoetingsplaats voor lokale tieners en in 1912 werd hij gearresteerd voor het verleiden van een jong, minderjarig meisje. De politie die de studio doorzocht nam meer dan honderd tekeningen in beslag die als pornografisch werden beschouwd. Een rechter liet later beschuldigingen van verleiding en ontvoering vallen, maar veroordeelde de kunstenaar voor het tentoonstellen van erotische werken op voor kinderen toegankelijke plaatsen. Hij bracht 24 dagen in de gevangenis door.
Schiele schilderde "Zelfportret met Chinese lantaarnplant" in 1912. Historici beschouwen het als een van zijn belangrijkste zelfportretten. Hij beeldde zichzelf starend uit naar de kijkers. Het vermijdt een geïdealiseerd beeld van de kunstenaar door lijnen en littekens op zijn gezicht en nek te tonen. Het werd tentoongesteld in München in 1912 en bevindt zich nu in het Leopold Museum in Wenen.
In 1913 produceerde de Galerie Hans Goltz de eerste solo-show van Egon Schiele. Hij had nog een solotentoonstelling in Parijs in 1914. In 1915 besloot Schiele met Edith Harms te trouwen, een dochter van ouders uit de middenklasse in Wenen. Naar verluidt verwachtte hij dat hij ook zijn relatie met Walburga Neuzil zou behouden, maar toen ze hoorde over de intentie om met Edith te trouwen, ging ze weg en Schiele zag haar nooit meer. Hij schilderde "Death and the Maiden" in reactie op de splitsing met Neuzil, en hij trouwde op 17 juni 1915 met Edith.
Schiele vermeed zich bijna een jaar lang aan te melden in de Eerste Wereldoorlog, maar drie dagen na zijn huwelijk riepen autoriteiten hem op tot actieve dienst in het leger. Edith volgde hem naar Praag, de stad waar hij was gestationeerd, en ze mochten elkaar af en toe zien.
Ondanks zijn militaire dienst bij het bewaken en begeleiden van Russische gevangenen, bleef Schiele schilderen en zijn werk tentoonstellen. Hij had shows in Zürich, Praag en Dresden. Vanwege een hartaandoening kreeg Schiele een bureauopdracht als bediende in een krijgsgevangenenkamp. Daar tekende en schilderde hij gevangen Russische officieren.