Het echte gas dat het meest als een ideaal gas werkt, is helium. Dit komt omdat helium, in tegenstelling tot de meeste gassen, bestaat als een enkel atoom, waardoor de dispersiekrachten van van der Waals zo laag mogelijk worden. Een andere factor is dat helium, net als andere edelgassen, een volledig gevulde buitenste elektronenschil heeft. Hierdoor heeft het een lage neiging om te reageren met andere atomen.
Het ideale gas dat uit meer dan één atoom bestaat, is waterstofgas. Net als een heliumatoom heeft een waterstofmolecuul ook twee elektronen en zijn de intermoleculaire krachten klein. De elektrische lading is verdeeld over twee atomen.
Naarmate gasmoleculen groter worden, gedragen ze zich minder als ideale gassen. Dispersiekrachten nemen toe en er kan interactie tussen dipool en dipool optreden.
Voor het grootste deel kunt u de ideale gaswet toepassen op gassen bij hoge temperaturen (kamertemperatuur en hoger) en lage drukken. Naarmate de druk toeneemt of de temperatuur daalt, worden intermoleculaire krachten tussen gasmoleculen belangrijker. Onder deze omstandigheden wordt de ideale gaswet vervangen door de van der Waals-vergelijking.