In experimenten zijn besturingselementen factoren die u constant houdt of niet blootstelt aan de toestand die u test. Door een besturingselement te maken, kunt u bepalen of alleen de variabelen verantwoordelijk zijn voor een uitkomst. Hoewel controlevariabelen en de controlegroep hetzelfde doel dienen, verwijzen de termen naar twee verschillende soorten controles die worden gebruikt voor verschillende soorten experimenten.
Een student plaatst een zaailing in een donkere kast en de zaailing sterft. De student weet nu wat er met de zaailing is gebeurd, maar hij weet niet waarom. Misschien stierf de zaailing door gebrek aan licht, maar het zou ook kunnen zijn gestorven omdat het al ziek was, of vanwege een chemische stof die in de kast werd bewaard, of om een aantal andere redenen.
Om te bepalen waarom de zaailing stierf, is het noodzakelijk om de resultaten van die zaailing te vergelijken met een andere identieke zaailing buiten de kast. Als de gesloten zaailing stierf terwijl de zaailing in de zon bleef leven, is het redelijk om te veronderstellen dat duisternis de gesloten zaailing doodde.
Zelfs als de gesloten zaailing stierf terwijl de zaailing in de zon leefde, zou de student nog steeds onopgeloste vragen over haar experiment hebben. Zou er iets zijn met de specifieke zaailingen die de resultaten hebben veroorzaakt die ze zag? Misschien is de ene zaailing om te beginnen gezonder dan de andere?
Om al haar vragen te beantwoorden, zou de student ervoor kunnen kiezen om verschillende identieke zaailingen in een kast te plaatsen en verschillende in de zon. Als aan het einde van een week alle gesloten zaailingen dood zijn terwijl alle zaailingen in de zon in leven zijn, is het redelijk om te concluderen dat de duisternis de zaailingen heeft gedood.
Een besturingsvariabele is elke factor die u tijdens een experiment controleert of constant houdt. Een besturingsvariabele wordt ook een gecontroleerde variabele of constante variabele genoemd.
Als u het effect van de hoeveelheid water op de kieming van zaad bestudeert, kunnen controlevariabelen temperatuur, licht en type zaad zijn. Daarentegen kunnen er variabelen zijn die u niet gemakkelijk kunt regelen, zoals vochtigheid, ruis, trillingen en magnetische velden.
Idealiter wil een onderzoeker elke variabele besturen, maar dit is niet altijd mogelijk. Het is een goed idee om ter referentie alle herkenbare variabelen in een laboratoriumnotitieblok te noteren.
Een controlegroep is een set experimentele monsters of onderwerpen die gescheiden worden gehouden en niet worden blootgesteld aan de onafhankelijke variabele.
In een experiment om te bepalen of zink mensen helpt sneller te herstellen van een verkoudheid, zou de experimentele groep mensen zijn die zink nemen, terwijl de controlegroep mensen waren die een placebo namen (niet blootgesteld aan extra zink, de onafhankelijke variabele).
Een gecontroleerd experiment is een experiment waarbij elke parameter constant wordt gehouden, behalve de experimentele (onafhankelijke) variabele. Gewoonlijk hebben gecontroleerde experimenten controlegroepen. Soms vergelijkt een gecontroleerd experiment een variabele met een standaard.