Denk na over hoe een ideale avond voor jou eruit zou kunnen zien. Stel je je voor dat je uit eten gaat met een grote groep vrienden, een concert bijwoont of naar een club gaat? Of wilt u de avond liever doorbrengen met een goede vriend of verdwalen in een goed boek? Psychologen beschouwen onze antwoorden op vragen als deze op onze niveaus van introversie en extraversie: persoonlijkheidskenmerken die betrekking hebben op onze voorkeuren voor hoe we omgaan met anderen. Hieronder zullen we bespreken wat introversie en extraversie zijn en hoe deze ons welzijn beïnvloeden.
Introversie en extraversie zijn al tientallen jaren onderwerp van psychologische theorieën. Tegenwoordig zien psychologen die persoonlijkheid bestuderen vaak introversie en extraversie als onderdeel van wat bekend staat als de vijf-factor model van persoonlijkheid. Volgens deze theorie kunnen de persoonlijkheden van mensen worden beschreven op basis van hun niveau van vijf persoonlijkheidskenmerken: extrovertie (waarvan introversie het tegenovergestelde is), aangenaamheid (altruïsme en zorg voor anderen), nauwgezetheid (hoe georganiseerd en verantwoordelijk iemand is), neuroticisme (hoeveel iemand negatieve emoties ervaart), en openheid voor ervaring (inclusief eigenschappen als verbeelding en nieuwsgierigheid). In deze theorie variëren persoonlijkheidskenmerken langs een spectrum.
Psychologen die het vijf-factor model gebruiken, zien de eigenschap van extraversie als meerdere componenten. Degenen die meer extravert zijn, zijn meestal socialer, spraakzamer, assertiever, hebben meer kans om opwinding te zoeken en worden verondersteld meer positieve emoties te ervaren. Mensen die meer introvert zijn, zijn daarentegen meestal stiller en meer gereserveerd tijdens sociale interacties. Belangrijk is dat verlegenheid niet hetzelfde is als introversie: introverte mensen kunnen verlegen of angstig zijn in sociale situaties, maar dit is niet altijd het geval. Bovendien betekent introvert zijn niet dat iemand asociaal is. Zoals Susan Cain, bestsellerauteur en introvert zichzelf, verklaart in een interview met SCientific American: "We zijn niet asociaal; we zijn anders sociaal. Ik kan niet leven zonder mijn familie en goede vrienden, maar ik verlang ook naar eenzaamheid."
In 2011 stelden psychologen aan het Wellesley College voor dat er mogelijk verschillende soorten introverte mensen zijn. Omdat introversie en extraversie brede categorieën zijn, suggereerden de auteurs dat niet alle extraverten en introverten hetzelfde zijn. De auteurs suggereren dat er vier categorieën van introversie zijn: sociaal introversie, denken introversie, angstig introversie, en geremd / ingetogen introversie. In deze theorie is een sociale introvert iemand die graag alleen of in kleine groepen tijd doorbrengt. Een introvert denken is iemand die de neiging heeft introspectief en attent te zijn. Angstige introverte mensen zijn degenen die de neiging hebben verlegen, gevoelig en zelfbewust te zijn in sociale situaties. Geremde / ingetogen introverte mensen zoeken meestal niet naar opwinding en geven de voorkeur aan meer ontspannen activiteiten.
Psychologen hebben gesuggereerd dat extraversie is gecorreleerd met positieve emoties; dat wil zeggen, mensen die meer extravert zijn, zijn meestal gelukkiger dan introverte mensen ... maar is dit eigenlijk wel het geval? Psychologen die deze vraag bestudeerden, ontdekten dat extraverte mensen vaak meer positieve emoties ervaren dan introverte mensen. Onderzoekers hebben ook bewijs gevonden dat er inderdaad "gelukkige introverten" zijn: toen onderzoekers naar gelukkige deelnemers in een onderzoek keken, ontdekten ze dat ongeveer een derde van deze deelnemers ook introverten waren. Met andere woorden, meer extraverte mensen kunnen gemiddeld iets vaker positieve emoties ervaren, maar veel gelukkige mensen zijn eigenlijk introverte mensen.
Schrijver Susan Cain, auteur van het bestverkochte boek "Quiet: The Power of Introverts" wijst erop dat in de Amerikaanse samenleving extraversie vaak als een goede zaak wordt gezien. Werkplekken en klaslokalen moedigen bijvoorbeeld vaak groepswerk aan, een activiteit die extra natuurlijk is voor extraverte mensen.
In een interview met Scientific American wijst Cain erop dat we de potentiële bijdragen van introverten negeren als we dit doen. Cain legt uit dat introvert zijn eigenlijk enkele voordelen heeft. Ze suggereert bijvoorbeeld dat introversie verband kan houden met creativiteit. Daarnaast suggereert ze dat introverte mensen goede managers op werkplekken kunnen maken, omdat ze hun werknemers meer vrijheid kunnen geven om zelfstandig projecten uit te voeren en mogelijk meer gericht zijn op de doelen van de organisatie dan op hun individuele succes. Met andere woorden, hoewel extraversie vaak wordt gewaardeerd in onze huidige samenleving, heeft introvert zijn ook voordelen. Dat wil zeggen, het is niet noodzakelijk beter om een introvert of een extravert te zijn. Deze twee manieren om met anderen om te gaan hebben elk hun eigen unieke voordelen, en het begrijpen van onze persoonlijkheidskenmerken kan ons helpen effectiever met anderen te studeren en te werken.
In zichzelf gekeerd en extrovert zijn termen die psychologen al tientallen jaren gebruiken om persoonlijkheid te verklaren. Onlangs hebben psychologen deze kenmerken beschouwd als onderdeel van het vijf-factorenmodel, dat op grote schaal wordt gebruikt om de persoonlijkheid te meten. Onderzoekers die introversie en extraversie bestuderen, hebben vastgesteld dat deze categorieën belangrijke gevolgen hebben voor ons welzijn en gedrag. Belangrijk is dat onderzoek suggereert dat elke manier van omgaan met anderen zijn eigen voordelen heeft; met andere woorden, het is niet mogelijk om te zeggen dat de ene beter is dan de andere.