De hersenschors is de dunne laag van de hersenen die het buitenste gedeelte (1,5 mm tot 5 mm) van het cerebrum bedekt. Het wordt bedekt door de hersenvliezen en wordt vaak grijze stof genoemd. De cortex is grijs omdat de zenuwen in dit gebied niet de isolatie hebben waardoor de meeste andere delen van de hersenen wit lijken. De cortex bedekt ook het cerebellum.
De cortex vormt ongeveer tweederde van de totale massa van de hersenen en ligt op en rond de meeste hersenstructuren.
De hersenschors bestaat uit gevouwen uitstulpingen genoemd gyri die diepe voren of kloven veroorzaken sulci. De plooien in de hersenen dragen bij aan het oppervlak en verhogen daarom de hoeveelheid grijze massa en de hoeveelheid informatie die kan worden verwerkt.
Het cerebrum is het meest ontwikkelde deel van het menselijk brein en is verantwoordelijk voor het denken, waarnemen, produceren en begrijpen van taal. De meeste informatieverwerking vindt plaats in de hersenschors. De hersenschors is verdeeld in vier lobben die elk een specifieke functie hebben. Deze lobben omvatten de frontale lobben, pariëtale lobben, temporale lobben en occipitale lobben.
De hersenschors is betrokken bij verschillende functies van het lichaam, waaronder:
De hersenschors bevat sensorische gebieden en motorische gebieden. Zintuiglijke gebieden ontvangen input van de thalamus en verwerken informatie met betrekking tot de zintuigen. Ze omvatten de visuele cortex van de occipitale kwab, de auditieve cortex van de temporale kwab, de smaakcortex en de somatosensorische cortex van de pariëtale kwab.
Tussen 14 miljard en 16 miljard neuronen worden gevonden in de hersenschors.
Binnen de sensorische gebieden zijn associatiegebieden die betekenis geven aan sensaties en sensaties associëren met specifieke stimuli. Motorische gebieden, waaronder de primaire motorische cortex en de premotorische cortex, reguleren vrijwillige beweging.
Richtinggevend zijn het cerebrum en de cortex die het bedekt het bovenste deel van de hersenen. Het is superieur aan andere structuren zoals de pons, cerebellum en medulla oblongata.
Een aantal aandoeningen is het gevolg van beschadiging of dood van hersencellen van de hersenschors. De ervaren symptomen hangen af van het beschadigde gebied van de cortex.
Apraxie is een groep aandoeningen die wordt gekenmerkt door het onvermogen om bepaalde motorische taken uit te voeren, hoewel er geen schade is aan de motor of de sensorische zenuwfunctie. Individuen kunnen moeite hebben met lopen, niet in staat zijn zich te kleden of gemeenschappelijke objecten niet op de juiste manier te gebruiken. Apraxie wordt vaak waargenomen bij mensen met de ziekte van Alzheimer, Parkinson-aandoeningen en frontale kwabaandoeningen.
Schade aan de pariëtale kwab van de hersenschors kan een aandoening veroorzaken die bekend staat als agraphia.Deze personen hebben moeite met schrijven of kunnen niet helemaal schrijven.
Schade aan de hersenschors kan ook leiden tot ataxie. Dit soort aandoeningen worden gekenmerkt door een gebrek aan coördinatie en evenwicht. Individuen kunnen vrijwillige spierbewegingen niet soepel uitvoeren.
Letsel aan de hersenschors is ook in verband gebracht met depressieve stoornissen, beslissingsmoeilijkheden, gebrek aan impulscontrole, geheugenproblemen en aandachtsproblemen.