Sociologen die afwijkingen en criminaliteit bestuderen, onderzoeken culturele normen, hoe ze in de loop van de tijd veranderen, hoe ze worden afgedwongen en wat er gebeurt met individuen en samenlevingen wanneer normen worden overtreden. Afwijking en sociale normen variëren tussen samenlevingen, gemeenschappen en tijden, en vaak zijn sociologen geïnteresseerd in waarom deze verschillen bestaan en hoe deze verschillen de individuen en groepen in die gebieden beïnvloeden.
Sociologen definiëren afwijking als gedrag waarvan wordt erkend dat het de verwachte regels en normen overtreedt. Het is echter meer dan non-conformiteit; het is gedrag dat aanzienlijk afwijkt van sociale verwachtingen. In het sociologische perspectief op deviantie is er een subtiliteit die het onderscheidt van ons gezond verstand van hetzelfde gedrag. Sociologen benadrukken sociale context, niet alleen individueel gedrag. Dat wil zeggen, afwijking wordt bekeken in termen van groepsprocessen, definities en beoordelingen, en niet alleen als ongewone individuele handelingen. Sociologen erkennen ook dat niet alle gedragingen door alle groepen op dezelfde manier worden beoordeeld. Wat afwijkt van de ene groep, wordt mogelijk niet als afwijkend van een andere beschouwd. Verder erkennen sociologen dat gevestigde regels en normen sociaal zijn gecreëerd, niet alleen moreel beslist of individueel opgelegd. Dat wil zeggen, afwijking ligt niet alleen in het gedrag zelf, maar in de sociale reacties van groepen op gedrag van anderen.
Sociologen gebruiken hun begrip van afwijking vaak om anders gebruikelijke gebeurtenissen, zoals tatoeage of body piercing, eetstoornissen of drugs- en alcoholgebruik te verklaren. Veel van de soorten vragen die worden gesteld door sociologen die afwijkingen bestuderen, hebben te maken met de sociale context waarin gedrag wordt gepleegd. Zijn er bijvoorbeeld voorwaarden waaronder zelfmoord acceptabel is? Zou iemand die zelfmoord pleegt in het gezicht van een terminale ziekte anders worden beoordeeld dan een moedeloze persoon die uit een raam springt?
Binnen de sociologie van deviantie en criminaliteit zijn er vier belangrijke theoretische perspectieven van waaruit onderzoekers onderzoeken waarom mensen wetten of normen overtreden en hoe de maatschappij op dergelijke handelingen reageert. We zullen ze hier kort bespreken.
Structurele rektheorie werd ontwikkeld door de Amerikaanse socioloog Robert K. Merton en suggereert dat afwijkend gedrag het resultaat is van spanning die een individu kan ervaren wanneer de gemeenschap of samenleving waarin zij leven niet de nodige middelen biedt om cultureel gewaardeerde doelen te bereiken. Merton redeneerde dat wanneer de samenleving mensen op deze manier tekortschiet, ze afwijkende of criminele handelingen verrichten om die doelen te bereiken (zoals economisch succes, bijvoorbeeld).
Sommige sociologen benaderen de studie van deviatie en criminaliteit van een structureel functionalistisch standpunt. Ze zouden beweren dat afwijking een noodzakelijk onderdeel is van het proces waardoor sociale orde wordt bereikt en gehandhaafd. Vanuit dit oogpunt dient afwijkend gedrag om het merendeel van de sociaal overeengekomen regels, normen en taboes te herinneren, wat hun waarde en dus sociale orde versterkt.
Conflicttheorie wordt ook gebruikt als een theoretische basis voor de sociologische studie van deviantie en criminaliteit. Deze benadering kadert afwijkend gedrag en misdaad als het resultaat van sociale, politieke, economische en materiële conflicten in de samenleving. Het kan worden gebruikt om uit te leggen waarom sommige mensen hun toevlucht nemen tot criminele handel eenvoudigweg om te overleven in een economisch ongelijke samenleving.
Tenslotte, labeltheorie dient als een belangrijk kader voor diegenen die afwijkingen en misdaad bestuderen. Sociologen die deze gedachtegang volgen, zouden beweren dat er een etiketteringsproces bestaat waardoor afwijkingen als zodanig worden erkend. Vanuit dit oogpunt suggereert de maatschappelijke reactie op afwijkend gedrag dat sociale groepen daadwerkelijk afwijking creëren door de regels te maken waarvan de overtreding afwijking is, en door die regels op bepaalde mensen toe te passen en ze als buitenstaanders te labelen. Deze theorie suggereert verder dat mensen afwijkende handelingen verrichten omdat ze door de samenleving als afwijkend zijn bestempeld, vanwege hun ras of klasse, of het kruispunt van de twee, bijvoorbeeld.
Bijgewerkt door Nicki Lisa Cole, Ph.D.