Sociologische verklaringen van afwijkend gedrag

Afwijkend gedrag is elk gedrag dat in strijd is met de dominante normen van de samenleving. Er zijn veel verschillende theorieën die verklaren hoe gedrag als afwijkend wordt geclassificeerd en waarom mensen zich ermee bezig houden, waaronder biologische verklaringen, psychologische verklaringen en sociologische verklaringen. Hier bespreken we vier van de belangrijkste sociologische verklaringen voor afwijkend gedrag.

Structurele spanningstheorie

De Amerikaanse socioloog Robert K. Merton ontwikkelde de theorie van de structurele spanning als een uitbreiding van het functionalistische perspectief op deviantie. Deze theorie traceert de oorsprong van afwijking van de spanningen veroorzaakt door de kloof tussen culturele doelen en de middelen die mensen beschikbaar hebben om die doelen te bereiken.

Volgens deze theorie bestaan ​​samenlevingen uit zowel cultuur als sociale structuur. Cultuur stelt doelen voor mensen in de samenleving, terwijl sociale structuur mensen de middelen biedt (of niet biedt) om die doelen te bereiken. In een goed geïntegreerde samenleving gebruiken mensen geaccepteerde en geschikte middelen om de doelen te bereiken die de samenleving stelt. In dit geval zijn de doelen en de middelen van de samenleving in evenwicht. Het is wanneer de doelen en middelen niet in balans zijn met elkaar dat afwijking waarschijnlijk zal optreden. Deze onbalans tussen culturele doelen en structureel beschikbare middelen kan de afwijking juist aanmoedigen.

Labeltheorie

Labeltheorie is een van de belangrijkste benaderingen voor het begrijpen van afwijkend en crimineel gedrag binnen de sociologie. Het begint met de veronderstelling dat geen enkele handeling intrinsiek crimineel is. In plaats daarvan worden definities van criminaliteit vastgesteld door machthebbers door de formulering van wetten en de interpretatie van die wetten door politie, rechtbanken en justitiële instellingen. Afwijking is daarom geen set kenmerken van individuen of groepen, maar eerder een proces van interactie tussen afwijkende en niet-afwijkende factoren en de context waarin criminaliteit wordt gedefinieerd.

Degenen die de krachten van orde en orde vertegenwoordigen en degenen die de grenzen van behoorlijk gedrag afdwingen, zoals de politie, gerechtelijke ambtenaren, experts en schoolautoriteiten, vormen de belangrijkste bron van etikettering. Door labels op mensen aan te brengen en tegelijkertijd afwijkingscategorieën te creëren, versterken deze mensen de machtsstructuur en hiërarchieën van de samenleving. Meestal zijn het degenen die meer macht hebben over anderen, op basis van ras, klasse, geslacht of algemene sociale status, die regels en labels opleggen aan anderen in de samenleving.

Theorie van sociale controle

De theorie van de sociale controle, ontwikkeld door Travis Hirschi, is een soort functionalistische theorie die suggereert dat afwijkingen optreden wanneer de band van een persoon of groep met sociale banden wordt verzwakt. Volgens deze visie geven mensen om wat anderen van hen denken en voldoen ze aan sociale verwachtingen vanwege hun gehechtheid aan anderen en wat anderen van hen verwachten. Socialisatie is belangrijk bij het produceren van conformiteit met sociale regels, en het is wanneer deze conformiteit wordt verbroken dat er afwijking optreedt.

De theorie van sociale controle richt zich op hoe al dan niet verbonden zijn aan gemeenschappelijke waardesystemen en in welke situaties de betrokkenheid van mensen bij deze waarden wordt verbroken. Deze theorie suggereert ook dat de meeste mensen waarschijnlijk ooit een impuls voelen tot afwijkend gedrag, maar hun gehechtheid aan sociale normen voorkomt dat ze daadwerkelijk deelnemen aan afwijkend gedrag.

Theorie van Differentiële Vereniging

De theorie van differentiële associatie is een leertheorie die zich richt op de processen waardoor individuen afwijkende of criminele handelingen verrichten. Volgens de theorie, gecreëerd door Edwin H. Sutherland, wordt crimineel gedrag geleerd door interacties met andere mensen. Door deze interactie en communicatie leren mensen de waarden, attitudes, technieken en motieven voor crimineel gedrag.

Differentiële associatietheorie benadrukt de interactie die mensen hebben met hun leeftijdsgenoten en anderen in hun omgeving. Degenen die omgaan met delinquenten, deviants of criminelen leren deviantie te waarderen. Hoe groter de frequentie, duur en intensiteit van hun onderdompeling in afwijkende omgevingen, des te waarschijnlijker is het dat ze afwijkend worden.

Bijgewerkt door Nicki Lisa Cole, Ph.D.