Mengbaarheid van vloeistoffen

Als u 50 ml water toevoegt aan 50 ml water, krijgt u 100 ml water. Op dezelfde manier krijg je 100 ml ethanol als je 50 ml ethanol (alcohol) toevoegt aan 50 ml ethanol. Maar als u 50 ml water en 50 ml ethanol mengt, krijgt u ongeveer 96 ml vloeistof, geen 100 ml. Waarom?

Het antwoord heeft te maken met de verschillende groottes van de water- en ethanolmoleculen. Ethanolmoleculen zijn kleiner dan watermoleculen, dus wanneer de twee vloeistoffen met elkaar worden gemengd, valt de ethanol tussen de ruimtes achtergelaten door het water. Het is vergelijkbaar met wat er gebeurt als je een liter zand en een liter rotsen mengt. Je krijgt minder dan twee liter totaal volume omdat het zand tussen de rotsen viel, toch? Zie mengbaarheid als "mengbaarheid" en het is gemakkelijk te onthouden. Vloeistofvolumes (vloeistoffen en gassen) zijn niet noodzakelijk additief. Intermoleculaire krachten (waterstofbinding, Londense dispersiekrachten, dipool-dipoolkrachten) spelen ook hun rol in mengbaarheid, maar dat is een ander verhaal.