Biomen zijn de belangrijkste habitats ter wereld. Deze habitats worden geïdentificeerd door de vegetatie en dieren die ze bevolken. De locatie van elk bioom wordt bepaald door het regionale klimaat.
Chaparrals zijn droge gebieden die meestal worden aangetroffen in kustgebieden. Het landschap wordt gedomineerd door dichte groenblijvende struiken en grassen.
Chaparrals zijn meestal warm en droog in de zomer en regenachtig in de winter, met temperaturen variërend van ongeveer 30-100 graden Fahrenheit. Chaparrals ontvangen kleine hoeveelheden neerslag, meestal tussen de 10-40 inch neerslag per jaar. De meeste van deze neerslag is in de vorm van regen en het komt meestal in de winter voor. De hete, droge omstandigheden creëren een gunstige omgeving voor branden die vaak voorkomen in chaparrals. Blikseminslagen zijn de oorzaak van veel van deze branden.
Sommige locaties van chaparrals zijn onder meer:
Vanwege de zeer droge omstandigheden en de slechte bodemkwaliteit kan slechts een kleine verscheidenheid aan planten overleven. De meeste van deze planten omvatten grote en kleine groenblijvende struiken met dikke, leerachtige bladeren. Er zijn zeer weinig bomen in chaparral regio's. Net als woestijnplanten hebben planten in de chaparral veel aanpassingen voor het leven in dit hete, droge gebied.
Sommige chaparral planten hebben harde, dunne, naaldachtige bladeren om waterverlies te verminderen. Andere planten hebben haar op hun bladeren om water uit de lucht te verzamelen. Veel brandwerende planten zijn ook te vinden in chaparral regio's. Sommige planten zoals de chamise bevorderen zelfs branden met hun ontvlambare oliën. Deze planten groeien vervolgens in de as nadat het gebied is verbrand. Andere planten bestrijden branden door onder de grond te blijven en pas na een brand te ontspruiten. Voorbeelden van chaparral planten zijn salie, rozemarijn, tijm, struik eiken, eucalyptus, chamiso struiken, wilgen, dennen, gif eik en olijfbomen.
Chaparrals zijn de thuisbasis van veel gravende dieren. Deze dieren omvatten grondeekhoorns, jackrabbits, gophers, stinkdieren, padden, hagedissen, slangen en muizen. Andere dieren zijn aardwolven, poema's, vossen, uilen, adelaars, herten, kwartels, wilde geiten, spinnen, schorpioenen en verschillende soorten insecten.
Veel chaparral dieren zijn nachtdieren. Ze graven ondergronds om overdag aan de hitte te ontsnappen en komen 's nachts naar buiten om te eten. Hierdoor kunnen ze water, energie besparen en houdt het dier ook veilig tijdens branden. Andere chaparral dieren, zoals sommige muizen en hagedissen, scheiden een halfvaste urine af om waterverlies te verminderen.