John Dalton's Atomic Theory

Je mag als vanzelfsprekend aannemen dat materie uit atomen bestaat, maar wat we beschouwen als algemene kennis was tot voor kort onbekend in de menselijke geschiedenis. De meeste wetenschapshistorici schrijven John Dalton, een Britse natuurkundige, scheikundige en meteoroloog, toe aan de ontwikkeling van moderne atoomtheorie.

Vroege theorieën 

Terwijl de oude Grieken geloofden dat atomen materie maakten, waren ze het niet eens over wat atomen waren. Democritus registreerde dat Leucippus atomen geloofde als kleine, onverwoestbare lichamen die konden combineren om eigenschappen van materie te veranderen. Aristoteles geloofde dat elementen elk hun eigen speciale 'essentie' hadden, maar hij dacht niet dat de eigenschappen zich uitstrekten tot kleine, onzichtbare deeltjes. Niemand twijfelde echt aan de theorie van Aristoteles, omdat er geen instrumenten waren om de materie in detail te onderzoeken.

Langs komt Dalton

Pas in de 19e eeuw voerden wetenschappers experimenten uit met betrekking tot de aard van de materie. Dalton's experimenten waren gericht op gassen - hun eigenschappen, wat er gebeurde toen ze werden gecombineerd en de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende soorten gassen. Wat hij leerde, bracht hem ertoe verschillende wetten voor te stellen, die gezamenlijk bekend staan ​​als de atoomtheorie van Dalton of de wetten van Dalton:

  • Atomen zijn kleine, chemisch onverwoestbare deeltjes materie. Elementen bestaan ​​uit atomen.
  • Atomen van een element hebben gemeenschappelijke eigenschappen.
  • Atomen van verschillende elementen hebben verschillende eigenschappen en verschillende atoomgewichten.
  • Atomen die met elkaar interageren, houden zich aan de Wet van behoud van de massa. In wezen stelt deze wet dat het aantal en de soorten atomen die reageren gelijk zijn aan het aantal en soorten atomen in de producten van een chemische reactie.
  • Atomen die met elkaar combineren, gehoorzamen de wet van meerdere verhoudingen. Met andere woorden, wanneer elementen combineren, kan de verhouding waarin de atomen combineren worden uitgedrukt als een verhouding van hele getallen.

Dalton staat ook bekend om het voorstellen van gaswetten (Dalton's wet van partiële druk) en het verklaren van kleurenblindheid. Niet al zijn wetenschappelijke experimenten konden succesvol worden genoemd. Sommigen geloven bijvoorbeeld dat de beroerte die hij leed mogelijk het gevolg was van onderzoek waarbij hij zichzelf als subject gebruikte, waarbij hij zichzelf met een scherpe stok in het oor stak om 'de humor te onderzoeken die zich in mijn schedel beweegt'.

bronnen

  • Grossman, M. I. (2014). "John Dalton en de Londense atomisten: William en Bryan Higgins, William Austin, en nieuwe Daltoniaanse twijfels over de oorsprong van de atoomtheorie." Notities en records. 68 (4): 339-356. doi: 10,1098 / rsnr.2014.0025
  • Levere, Trevor (2001). Transforming Matter: A History of Chemistry from Alchemy to the Buckyball. Baltimore, Maryland: The Johns Hopkins University Press. pp.84-86. ISBN 978-0-8018-6610-4.
  • Rocke, Alan J. (2005). "Op zoek naar El Dorado: John Dalton and the Origins of the Atomic Theory." Sociaal onderzoek. 72 (1): 125-158. JSTOR 40972005