Het aantal protonen en elektronen in een atoom of molecuul bepaalt zijn lading en of het een neutrale soort of een ion is. Dit probleem met bewerkte chemie laat zien hoe het aantal protonen en elektronen in een ion kan worden bepaald. Voor atoomionen zijn de belangrijkste punten om in gedachten te houden:
Identificeer het aantal protonen en elektronen in de Sc3+ ion.
Gebruik het periodiek systeem om het atoomnummer van Sc (scandium) te vinden. Het atoomnummer is 21, wat betekent dat scandium 21 protonen heeft.
Terwijl een neutraal atoom voor scandium hetzelfde aantal elektronen zou hebben als protonen, blijkt het ion een +3-lading te hebben. Dit betekent dat het 3 elektronen minder heeft dan het neutrale atoom of 21 - 3 = 18 elektronen.
De SC3+ ion bevat 21 protonen en 18 elektronen.
Wanneer u werkt met polyatomische ionen (ionen bestaande uit groepen atomen), is het aantal elektronen groter dan de som van de atoomnummers van de atomen voor een anion en kleiner dan deze waarde voor een kation.