Dichtheid is de meting van de hoeveelheid massa per volume-eenheid. Om de dichtheid te berekenen, moet u de massa en het volume van het artikel kennen. De massa is meestal het makkelijke gedeelte, terwijl volume lastig kan zijn. Eenvoudig gevormde objecten worden meestal gegeven bij huiswerkproblemen zoals het gebruik van een kubus, baksteen of bol.
De formule voor dichtheid is:
dichtheid = massa / volume
Dit voorbeeldprobleem toont de stappen die nodig zijn om de dichtheid van een object en een vloeistof te berekenen wanneer de massa en het volume worden gegeven.
Vraag 1: Wat is de dichtheid van een suikerklontje van 11,2 gram van 2 cm aan een kant?
Stap 1: Vind de massa en het volume van de suikerklontje.
Massa = 11,2 gram
Volume = kubus met zijden van 2 cm.
Volume van een kubus = (lengte van zijde)3
Volume = (2 cm)3
Volume = 8 cm3
Stap 2: steek uw variabelen in de dichtheidsformule.
dichtheid = massa / volume
dichtheid = 11,2 gram / 8 cm3
dichtheid = 1,4 gram / cm3
Antwoord 1: De suikerklontje heeft een dichtheid van 1,4 gram / cm3.
Vraag 2: Een oplossing van water en zout bevat 25 gram zout in 250 ml water. Wat is de dichtheid van het zoute water? (Gebruik dichtheid van water = 1 g / ml)
Stap 1: Vind de massa en het volume van het zoute water.
Deze keer zijn er twee missen. De massa van het zout en de massa van het water zijn beide nodig om de massa van het zoute water te vinden. De massa van het zout wordt gegeven, maar de enige hoeveelheid water wordt gegeven. We hebben ook de dichtheid van water gekregen, dus we kunnen de massa van het water berekenen.
dichtheidwater = massawater/volumewater
oplossen voor massawater,