Er gaat behoorlijk wat ontwikkeling en technologie in de vlam voor de Olympische fakkel. Hier is een blik op hoe de Olympische fakkel werkt en de brandstof die wordt gebruikt om de vlam te produceren.
De Olympische fakkel vertegenwoordigt de diefstal van Prometheus door Zeus. In de originele Griekse Olympische Spelen, werd een vuur - de Olympische Vlam - tijdens de duur van de spelen gehouden. De traditie van de Olympic Flame heeft zijn weg gevonden naar de internationale spelen in de Olympische Zomerspelen van 1928 in Amsterdam. Er was geen fakkeltocht in de originele spellen, waardoor de vlam van de bron naar waar de spellen werden gehouden werd gebracht. De Olympische fakkel is een relatief nieuwe uitvinding, geïntroduceerd door Carl Diem op de Olympische Zomerspelen 1936 in Berlijn.
Terwijl de originele Olympische fakkel gewoon een Olympische vlam was die tijdens de oorspronkelijke Griekse Olympische Spelen bleef branden, is de moderne fakkel een geavanceerd apparaat dat in een relais wordt gebruikt. Het ontwerp van de fakkel verandert en is aangepast voor elke set Olympische Spelen. Recente fakkels gebruiken een dubbele brander, met een buitenste heldere vlam en een kleine binnenste blauwe vlam. De binnenste vlam wordt beschermd zodat als de toorts door wind of regen wordt uitgeblazen, de kleine vlam als een soort waakvlam fungeert en de toorts opnieuw ontsteekt. Een typische toorts draagt voldoende brandstof om ongeveer 15 minuten te branden. Recente spellen hebben een brandend mengsel van butaan en polypropyleen of propaan gebruikt.
Moderne Olympische fakkels gaan minder snel uit dan hun voorgangers. Het type fakkel dat werd gebruikt voor de Olympische Zomerspelen 2012 is getest en bleek te werken bij temperaturen van -5 ° C tot 40 ° C, in regen en sneeuw, bij een luchtvochtigheid van 95% en met windstoten tot 50 mph. De toorts blijft branden wanneer deze wordt neergelaten vanaf een hoogte van ten minste drie meter (de testhoogte). Toch kan de vlam uitgaan! Wanneer dit gebeurt, fungeert de binnenste vlam als een waakvlam om de brandstof van de vlam opnieuw aan te steken. Tenzij de toorts erg nat is, moet de vlam gemakkelijk ontbranden.