Krabben zijn misschien een favoriet voedsel voor sommige mensen, maar ze moeten ook eten. Ze leven vaak in donkere of modderige gebieden, waar het moeilijk kan zijn om een prooi te vinden met het gezichtsvermogen. Hoe vinden krabben voedsel en hoe eten ze? En interessant genoeg, wat voor soort voedsel eten ze graag?
Net als veel andere zeedieren vertrouwen krabben op hun reukvermogen om prooien te vinden. Krabben hebben chemoreceptoren waarmee ze chemicaliën in het water kunnen detecteren die vrijkomen door hun prooi. Deze chemoreceptoren bevinden zich op de antennes van een krab. Dit zijn lange, gesegmenteerde aanhangsels in de buurt van de ogen van de krab die beide chemoreceptoren hebben en waardoor ze de omgeving kunnen voelen.
Krabben hebben ook antennes, kortere antenne-achtige aanhangsels in de buurt van de antennes waarmee ze hun omgeving kunnen voelen. Een krab kan "proeven" met behulp van haren op zijn monddelen, tangen en zelfs zijn voeten.
Krabben hebben een behoorlijk goed ontwikkelde smaak- en reukzin. Vissen op krabben of krabben met potten en kooien is afhankelijk van deze zintuigen en maakt het mogelijk om krabben te vangen. De potten zijn voorzien van een verscheidenheid aan stinkende dingen, afhankelijk van de beoogde krabsoort. Aas kan kippennekken, stukjes vis zoals paling, menhaden, inktvis, haring en makreel omvatten.
Terwijl het aas in de val in een zak of in een aaspot hangt, komen geurige chemicaliën de oceaan in en trekken hongerige krabben aan. Afhankelijk van de waterstroom kunnen deze omstandigheden hun zintuigen beïnvloeden om prooien te detecteren.
Krabben zijn geen kieskeurige eters. Ze eten alles van dode en levende vissen tot zeepokken, planten, slakken, garnalen, wormen en zelfs andere krabben. Ze gebruiken hun klauwen om voedseldeeltjes te pakken en het voedsel in hun mond te stoppen. Dit is vergelijkbaar met de manier waarop mensen eten met hun handen of keukengerei.
Krabben gebruiken hun klauwen ook om het voedsel te manipuleren of te breken, zodat ze het in kleinere happen gemakkelijker in hun mond kunnen stoppen. Wanneer krabben schelpen van ander zeeleven moeten doorbreken, komen hun sterke klauwen vooral van pas, terwijl hun andere aanhangsels hen helpen snel te bewegen om verschillende soorten prooien te vangen.
Verschillende krabben eten graag verschillende soorten zeeleven en planten. Dungeness-krabben kunnen bijvoorbeeld snoepen op inktvis en wormen, terwijl koningskrabben graag schelpen zoeken op kokkels, mosselen, wormen en zee-egels. Kortom, koningskrabben jagen op prooien op de oceaanbodem en eten vaak rottend dierlijk materiaal en leven in zee.