Genetische variatie kan worden gedefinieerd als de genetische samenstelling van organismen binnen een populatieverandering. Genen zijn erfelijke segmenten van DNA die codes bevatten voor de productie van eiwitten. Genen bestaan in alternatieve versies, of allelen die verschillende eigenschappen bepalen die kunnen worden doorgegeven van ouders op nakomelingen.
Genetische variatie is belangrijk voor de processen van natuurlijke selectie en biologische evolutie. De genetische variaties die in een populatie voorkomen, gebeuren toevallig, maar het proces van natuurlijke selectie niet. Natuurlijke selectie is het resultaat van de interacties tussen genetische variaties in een populatie en het milieu. De omgeving bepaalt welke genetische variaties gunstiger of beter geschikt zijn om te overleven. Omdat organismen met deze ecologisch geselecteerde genen overleven en zich voortplanten, worden gunstiger eigenschappen aan de bevolking als geheel doorgegeven.
Computer grafische afbeelding van een puntmutatie. Een puntmutatie is een genetische mutatie waarbij een enkele nucleotidebase is veranderd. Alfred Pasieka / Science Photo Library / Getty Images Genetische variatie vindt voornamelijk plaats via DNA-mutatie, genenstroom (verplaatsing van genen van de ene populatie naar de andere) en seksuele reproductie. Vanwege het feit dat omgevingen onstabiel zijn, zullen populaties die genetisch variabel zijn zich beter kunnen aanpassen aan veranderende situaties dan die welke geen genetische variatie bevatten.
Een echte albino-eekhoorn fotografeerde het eten van een moer in de Bedrijventuin in Kaapstad, de provincie West-Kaap, Zuid-Afrika. David G Richardson / Getty Images Gunstige genetische eigenschappen in een populatie worden bepaald door de omgeving. Organismen die zich beter aan hun omgeving kunnen aanpassen, overleven om hun genen en gunstige eigenschappen door te geven. Seksuele selectie wordt in de natuur vaak gezien omdat dieren de neiging hebben om partners te selecteren die eigenschappen hebben die gunstig zijn. Omdat vrouwen vaker paren met mannen die als gunstiger eigenschappen worden beschouwd, komen deze genen in de loop van de tijd vaker voor in een populatie.
De huidskleur, haarkleur, kuiltjes, sproeten en bloedgroep van een persoon zijn allemaal voorbeelden van genetische variaties die kunnen optreden in een menselijke populatie. Voorbeelden van genetische variatie in planten omvatten de gemodificeerde bladeren van vleesetende planten en de ontwikkeling van bloemen die lijken op insecten om plantenbestuivers te lokken. Genvariatie in planten komt vaak voor als gevolg van genenstroom. Stuifmeel wordt verspreid van het ene gebied naar het andere door de wind of door bestuivers over grote afstanden.
Voorbeelden van genetische variatie bij dieren zijn albinisme, cheeta's met strepen, slangen die vliegen, dieren die dood spelen en dieren die bladeren nabootsen. Door deze variaties kunnen de dieren zich beter aanpassen aan de omstandigheden in hun omgeving.