Suiker oplossen in water Chemische of fysische verandering?

Is het oplossen van suiker in water een voorbeeld van een chemische of fysische verandering? Dit proces is een beetje lastiger te begrijpen dan de meeste, maar als je kijkt naar de definitie van chemische en fysische veranderingen, zul je zien hoe het werkt. Hier zijn het antwoord en een uitleg van het proces.

Ontbinding in verband brengen met verandering

Suiker oplossen in water is een voorbeeld van een fysieke verandering. Dit is waarom: Een chemische verandering produceert nieuwe chemische producten. Om suiker in water een chemische verandering te laten zijn, zou iets nieuws moeten resulteren. Er zou een chemische reactie moeten optreden. Het mengen van suiker en water produceert echter gewoon ... suiker in water! De stoffen kunnen van vorm veranderen, maar niet van identiteit. Dat is een fysieke verandering.

Een manier om enkele fysieke veranderingen (niet alle) te identificeren, is door te vragen of de uitgangsmaterialen of reactanten dezelfde chemische identiteit hebben als de eindmaterialen of producten. Als u het water uit een suiker-wateroplossing verdampt, blijft er suiker achter.

Of oplossen een chemische of fysische verandering is

Elke keer dat je een covalente verbinding zoals suiker oplost, kijk je naar een fysieke verandering. De moleculen komen verder uit elkaar in het oplosmiddel, maar ze veranderen niet.

Er is echter een geschil over de vraag of het oplossen van een ionische verbinding (zoals zout) een chemische of fysische verandering is, omdat er een chemische reactie optreedt, waarbij het zout in ionen (natrium en chloride) in water uiteenvalt. De ionen vertonen andere eigenschappen dan de oorspronkelijke verbinding. Dat duidt op een chemische verandering. Aan de andere kant, als je het water verdampt, blijft er zout over. Dat lijkt consistent met een fysieke verandering. Er zijn geldige argumenten voor beide antwoorden, dus als je er ooit naar wordt gevraagd tijdens een test, wees dan bereid om het zelf uit te leggen.