Definitie oplossen in chemie

In de chemie betekent oplossen een opgeloste stof in een oplossing laten overgaan. Oplossen wordt ook wel ontbinding genoemd. Meestal gaat dit om een ​​vaste stof die in een vloeibare fase gaat, maar oplossen kan ook andere transformaties inhouden. Wanneer bijvoorbeeld legeringen worden gevormd, lost de ene vaste stof op in de andere om een ​​vaste oplossing te vormen.

Er moet aan specifieke criteria worden voldaan om een ​​proces als ontbinding te beschouwen. Voor vloeistoffen en gassen moet de oplosbare stof niet-covalente interacties met het oplosmiddel kunnen vormen. Voor kristallijne vaste stoffen moet de kristalstructuur worden opgebroken om atomen, ionen of moleculen vrij te geven. Wanneer ionische verbindingen oplossen, scheiden ze zich in hun componentionen in het oplosmiddel.

De term oplosbaarheid verwijst naar hoe gemakkelijk een stof oplost in een specifiek oplosmiddel. Als oplossen de voorkeur verdient, wordt gezegd dat de stof oplosbaar is in dat oplosmiddel. Als daarentegen heel weinig opgeloste stof oplost, wordt gezegd dat het onoplosbaar is. Houd er rekening mee dat een verbinding of molecuul oplosbaar kan zijn in het ene oplosmiddel, maar onoplosbaar in een ander. Natriumchloride is bijvoorbeeld oplosbaar in water maar niet zo oplosbaar in organische oplosmiddelen zoals aceton of terpentine.

Voorbeelden

Suiker in water roeren is een voorbeeld van oplossen. De suiker is de opgeloste stof, terwijl het water het oplosmiddel is.

Het oplossen van zout in water is een voorbeeld van het oplossen van een ionische verbinding. Het natriumchloride (zout) dissocieert in natrium- en chloride-ionen wanneer het wordt gemengd met water.

Het vrijgeven van het helium uit een ballon in de atmosfeer is ook een voorbeeld van oplossen. Het heliumgas lost op in het grotere volume van de lucht.