Definitie van basis en opbouw

Basis en opbouw zijn twee gekoppelde theoretische concepten ontwikkeld door Karl Marx, een van de grondleggers van de sociologie. Base verwijst naar de productiekrachten, of de materialen en middelen, die de goederen genereren die de samenleving nodig heeft. Bovenbouw beschrijft alle andere aspecten van de samenleving.

Thomas Lohnes / Getty Images

De link tussen bovenbouw en basis

De bovenbouw van de samenleving omvat de cultuur, ideologie, normen en identiteiten die mensen bewonen. Bovendien verwijst het naar de sociale instellingen, de politieke structuur en het bestuursapparaat van de staat of de samenleving. Marx betoogde dat de bovenbouw uit de basis groeit en de belangen van de heersende klasse weerspiegelt. Als zodanig rechtvaardigt de bovenbouw hoe de basis werkt en verdedigt de kracht van de elite.

Noch de basis, noch de bovenbouw is van nature voorkomend of statisch. Het zijn allebei sociale creaties of de opeenstapeling van voortdurend evoluerende sociale interacties tussen mensen.

In 'The German Ideology', geschreven met Friedrich Engels, bood Marx een kritiek op Hegels theorie over hoe de maatschappij werkt. Gebaseerd op de principes van het idealisme, beweerde Hegel dat ideologie het sociale leven bepaalt, dat de gedachten van mensen de wereld om hen heen vormen. Gezien de historische verschuivingen die de productie heeft ondergaan, met name de verschuiving van feodalistische naar kapitalistische productie, voldeed Hegels theorie niet aan Marx.

Geschiedenis begrijpen door materialisme

Karl Marx geloofde dat de overgang naar een kapitalistische productiewijze ingrijpende gevolgen had voor de sociale structuur. Hij beweerde dat het de bovenbouw op drastische manieren opnieuw vormde en in plaats daarvan een 'materialistische' manier vormde om de geschiedenis te begrijpen. Dit idee staat bekend als 'historisch materialisme' en stelt dat wat we produceren om te leven, al het andere in de samenleving bepaalt. Voortbouwend op dit concept stelde Marx een nieuwe manier van denken over de relatie tussen gedachte en geleefde realiteit.

Belangrijk is dat Marx betoogde dat dit geen neutrale relatie is, want veel hangt af van de manier waarop de bovenbouw uit de basis komt. De plaats waar normen, waarden, overtuigingen en ideologie zich bevinden, de bovenbouw legitimeert de basis. Het schept de voorwaarden waaronder de productieverhoudingen eerlijk en natuurlijk lijken, hoewel ze in feite onrechtvaardig kunnen zijn en ontworpen zijn om alleen de heersende klasse ten goede te komen.

Marx betoogde dat religieuze ideologie die mensen aanspoort om autoriteit te gehoorzamen en hard te werken voor redding, een manier is waarop de bovenbouw de basis rechtvaardigt, omdat het een acceptatie van iemands voorwaarden genereert zoals ze zijn. Na Marx ging filosoof Antonio Gramsci dieper in op de rol die onderwijs speelt bij het trainen van mensen om gehoorzaam te dienen in hun aangewezen rol in de beroepsbevolking. Zoals Marx deed, schreef Gramsci over hoe de staat of het politieke apparaat functioneert om de belangen van de elite te beschermen. De federale overheid heeft bijvoorbeeld particuliere banken gered die zijn ingestort.

Vroeg schrijven

In zijn vroege geschriften legde Marx zich vast op de principes van het historisch materialisme en de causale relatie tussen basis en bovenbouw. Naarmate zijn theorie complexer werd, vatte Marx de relatie tussen basis en superstructuur opnieuw in als dialectisch, wat betekent dat de een de ander beïnvloedt. Dus als de basis verandert, verandert ook de bovenbouw; het omgekeerde komt ook voor.

Marx verwachtte dat de arbeidersklasse uiteindelijk in opstand zou komen, omdat hij dacht dat als ze eenmaal beseften hoe uitgebuit ze waren ten behoeve van de heersende klasse, ze zouden besluiten om van zaak te veranderen. Dit zou leiden tot een significante verandering van de basis. Hoe goederen worden geproduceerd en onder welke omstandigheden zou verschuiven.