Lussen behoren tot de meest elementaire en krachtige programmeerconcepten. Een lus in een computerprogramma is een instructie die wordt herhaald totdat een opgegeven voorwaarde is bereikt. In een lusstructuur stelt de lus een vraag. Als het antwoord actie vereist, wordt het uitgevoerd. Dezelfde vraag wordt steeds opnieuw gesteld totdat er geen verdere actie vereist is. Elke keer dat de vraag wordt gesteld, wordt dit een iteratie genoemd.
Een computerprogrammeur die vaak dezelfde coderegels in een programma moet gebruiken, kan een lus gebruiken om tijd te besparen.
Zowat elke programmeertaal omvat het concept van een lus. Programma's op hoog niveau bieden plaats aan verschillende soorten lussen. C, C ++ en C # zijn allemaal computerprogramma's op hoog niveau en kunnen verschillende typen lussen gebruiken.
Een goto-statement kan een lus creëren door achteruit te springen naar een label, hoewel dit over het algemeen wordt afgeraden als een slechte programmeerpraktijk. Voor sommige complexe code staat het een sprong naar een gemeenschappelijk uitgangspunt toe dat de code vereenvoudigt.
Een instructie die de uitvoering van een lus wijzigt ten opzichte van de toegewezen volgorde is een lusbesturingsinstructie. C # biedt bijvoorbeeld twee lusbesturingsinstructies.
Lus, selectie en volgorde zijn de drie basisstructuren van computerprogrammering. Deze drie logische structuren worden in combinatie gebruikt om algoritmen te vormen voor het oplossen van logische problemen. Dit proces wordt gestructureerd programmeren genoemd.