Een inductieve theorie construeren

Er zijn twee benaderingen voor het construeren van een theorie: constructie van inductieve theorie en constructie van deductieve theorie. Inductieve theorieconstructie vindt plaats tijdens inductief onderzoek, waarbij de onderzoeker eerst aspecten van het sociale leven observeert en vervolgens patronen probeert te ontdekken die kunnen wijzen op relatief universele principes.

Veldonderzoek, waarbij de onderzoeker de gebeurtenissen observeert terwijl ze plaatsvinden, wordt vaak gebruikt om inductieve theorieën te ontwikkelen. Erving Goffman is een sociale wetenschapper die erom bekend staat veldonderzoek te gebruiken om regels van veel verschillende gedragingen bloot te leggen, waaronder het leven in een psychiatrische inrichting en het beheren van de 'verwende identiteit' van het misvormd zijn. Zijn onderzoek is een uitstekend voorbeeld van het gebruik van veldonderzoek als een bron van inductieve theorieconstructie, die ook vaak wordt aangeduid als gegronde theorie.

Het ontwikkelen van een inductieve of gegronde theorie volgt over het algemeen de volgende stappen:

  • Onderzoeksontwerp: definieer uw onderzoeksvragen en de belangrijkste concepten en variabelen die hierbij zijn betrokken.
  • Gegevensverzameling: verzamel gegevens voor uw studie met behulp van een van de verschillende methoden (veldonderzoek, interviews, enquêtes, enz.)
  • Gegevens ordenen: rangschik uw gegevens chronologisch om eenvoudiger gegevensanalyse en onderzoek van processen te vergemakkelijken.
  • Gegevensanalyse: analyseer uw gegevens met methoden van uw keuze om te zoeken naar patronen, verbindingen en belangrijke bevindingen.
  • Theorieconstructie: ontwikkel met behulp van de patronen en bevindingen uit uw data-analyse een theorie over wat u hebt ontdekt.
  • Literatuurvergelijking: vergelijk uw opkomende theorie met de bestaande literatuur. Zijn er tegenstrijdige kaders, soortgelijke kaders, enz.?

Referenties

Babbie, E. (2001). The Practice of Social Research: 9e editie. Belmont, CA: Wadsworth Thomson.