Biologen hebben een systeem voor het niet alleen onderscheiden van de dieren, planten en omgevingen (habitats, gemeenschappen) waaruit de natuurlijke wereld bestaat, maar ook voor het beschrijven van de complexe interacties en relaties daartussen. De classificatie is hiërarchisch: individuen behoren tot populaties, die samen soorten vormen, die bestaan binnen gemeenschappen, die op hun beurt gedijen binnen specifieke ecosystemen. Via deze relaties stroomt energie van het ene organisme naar het andere en de aanwezigheid van de ene populatie beïnvloedt de omgeving van een andere populatie.
Een "gemeenschap" wordt biologisch gedefinieerd als een set van op elkaar inwerkende populaties. Het wordt vaak gebruikt om de dominante soort in een bepaald gebied te beschrijven, bijvoorbeeld de gemeenschap van salamanders die langs de oevers van een bergbeek leeft. Een "gemeenschap" kan ook verwijzen naar de fysieke omgeving waarin die salamanders gedijen - algemeen bekend als een habitat - in dit geval een oevergemeenschap. Aanvullende voorbeelden zijn een woestijngemeenschap, een vijvergemeenschap of een loofbosgemeenschap.
Net zoals organismen specifieke eigenschappen hebben die hen uniek maken, zoals grootte, gewicht, leeftijd, geslacht, enzovoort, hebben ook gemeenschappen dat. Bij het uitvoeren van hun studies noteren biologen en andere wetenschappers de volgende kenmerken:
De relaties tussen populaties in een gemeenschap zijn gevarieerd en kunnen zowel positieve, negatieve als wederzijds voordelige interacties omvatten. Voorbeelden van relaties op gemeenschapsniveau zijn competitie (om voedsel, nesthabitat of natuurlijke hulpbronnen), parasitisme (organismen die overleven door zich te voeden met een gastheerorganisme) en herbivory (soorten die afhankelijk zijn van het consumeren van lokaal plantenleven om te overleven). Deze relaties leiden vaak tot veranderingen in de genetische samenstelling van de bevolking. Het ene of het andere genotype kan bijvoorbeeld succesvoller zijn vanwege bepaalde gemeenschapsprocessen.
Een ecosysteem kan worden gedefinieerd als alle op elkaar inwerkende componenten van de fysieke en biologische wereld. Een ecosysteem kan dus meerdere gemeenschappen omvatten. Houd er rekening mee dat het ook niet duidelijk is om een lijn rond een gemeenschap of een ecosysteem te trekken. Gemeenschappen vloeien samen en er zijn gradiënten in de natuur, van de ene habitat tot de andere, bijvoorbeeld de oases die bestaan in woestijnomgevingen, of de bossen langs de oceaankusten in de Pacific Northwest, Alaska en Scandinavië. We kunnen in het beste geval de concepten van gemeenschappen en ecosystemen gebruiken om onze studie en ons begrip van de natuurlijke wereld te organiseren, maar we zijn verre van in staat om exacte grenzen aan deze concepten toe te kennen.